De balans slaat door in de andere richting
Na het verbluffende Amerikaanse arbeidsmarktrapport begin deze maand, bleef inflatie gisteren koppig hoog. Recht in de kaart van de pleitbezorgers van hogere rentes. Recht in de kaart van centrale bankiers die markten de voorbije maanden waarschuwden voor zelfgenoegzaamheid. Reden genoeg ook om de inzet voor de volgende maanden nog wat op te drijven.
Amerikaanse inflatie steeg in januari met 0.5% op maandbasis, de sterkste stijging sinds juni vorig jaar. De onderliggende kerninflatie nam met 0.4% m/m toe. Sinds oktober 2021 bedraagt de maandelijkse toename in die kerninflatie steevast 0.3%-0.6%. In de jaar-op-jaarvergelijking vielen zowel hoofd- (6.4% j/j van 6.5% j/j) als kerninflatie (5.6% j/j van 5.7% j/j) iets minder terug dan verwacht. Onderliggende details tonen dat het “makkelijke” werk in de inflatiedaling al achter de rug is. Het disinflatieproces in de goederensector loopt op zijn einde en energieprijzen droegen alweer positief bij. Diensteninflatie blijft plakken op 0.5% m/m. Vooral woning gerelateerde kosten blijven stijgen en hoog. Zolang de Amerikaanse arbeidsmarkt zo sterk blijft, is de kans klein dat het disinflatieproces zich ook in de dienstensector zal uiten. Een paar andere tegenvallers (vb einde daling prijzen tweedehandswagens) en we praten voor de rest van het jaar van Amerikaanse inflatie boven 4%.
Markten haalden voorbije weken bakzeil op hun overtuiging dat centrale bankiers het einde van hun verstrakkingscyclus naderen. Gisteren kregen we meer van dat. Amerikaanse rentes stegen met meer dan 10 basispunten aan het korte eind van de curve. Twijfelde de markt er begin dit jaar nog aan of de Fed de vooropgestelde beleidsrentepiek van 5%-5.25% zou halen, slaat de balans nu door in de andere richting. Ze houdt stilaan rekening met een hogere beleidsrentepiek (!) dan de mediaanvoorspelling uit december (5.25%-5.5%). Terecht, want dat is ook de boodschap die meer en meer Fed-gouverneurs uitdragen. Daarnaast stapt de markt langzaam af van de gedachte van renteverlagingen dit jaar. Eind 2023 is er nu slechts één (25 bpn) renteverlaging verdisconteerd ten opzichte van de verwachte piek. Een maand geleden waren dat er (iets meer dan) twee.
Voor de beleidsvergadering van 22 maart krijgen we zowel nog een arbeidsmarktrapport als een inflatie-update. Blijven beide sterk/hoog, dan kan de Fed opnieuw overgaan tot een renteverhoging met 50 ipv 25 basispunten, geruggesteund door nieuwe groei- en inflatievooruitzichten. De Amerikaanse centrale bank houdt immers vast aan de lijn dat de gevolgen van de renteverhoging te veel kleiner zijn dan die van de renteverhoging te weinig. De Fed heeft er ook nog steeds baat bij om de rentes zo snel mogelijk richting piekniveau te brengen.
Amerikaanse beurzen hadden gisteren opnieuw opvallend weinig last van de hogere rentes. We verwachten dat ook aan die spreidstand uiteindelijk een einde zal komen, waarbij beurzen uiteindelijk het onderspit delven. Op dat ogenblik kan ook de dollar de volgende stap zetten. Momenteel krijgt EUR/USD steun van de onderkant van het opwaartse trendkanaal sinds midden november. De 1.065-1.07-zone verliezen, effent snel het pad richting EUR/USD 1.05.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal