Iemand zal buigen in 2023
Woensdag 14/12, 19:59:59. De wereld verstomt. Van LA tot Sydney zit iedereen op het puntje van zijn stoel. Tunnelvisie op het scherm. Rondom vormt zich één waas. Een seconde duurt plots een minuut. De puls in de pols geeft niet thuis. Die laatste tik van de klok klinkt hol. Tok. En dan. De verlossing. 20:00:00. Fwwwwwiiiiiiieeeeeet. De Mexicaanse referee Cesar Ramos blaast de tweede halve finale op het WK in Qatar op gang. Frankrijk-Marokko. Drie baltoetsen verder: melding op de smartphone. Fed verhoogt de rente met 50 basispunten. Juist ja. Swipe. Weg.
Koning voetbal regeert.
Het is de enige mogelijke verklaring voor de stoïcijnse marktreactie gisteren na de laatste beleidsvergadering van de Amerikaanse centrale bank. De doelzone voor de beleidsrente bedraagt nu 4.25%-4.50%. Het beleidscommuniqué was nagenoeg identiek aan dat van november. Lees: extra renteverhogingen zijn nodig om het monetaire beleid voldoende restrictief te maken en inflatie terug te brengen tot de 2%-doelstelling. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de Bank of Canada vorige week en de verwachting van sommigen, maakt het geen gewag van een naderend einde aan de verstrakkingscyclus. Dat blijkt ook uit de nieuwe voorspellingen.
De mediaan beleidsrenteprognose voor eind 2023 bedraagt 5%-5.25%, een evenaring van de rentetop na de cyclus van 2004-2006. In september stond er nog 4.5%-4.75% geschreven. Gisteren zetten 17 van de 19 gouverneurs in op een beleidsrente boven 5% eind 2023. Drie maanden geleden was dat geen enkele. 7 van de 19 willen nu zelfs minstens 5.25%-5.5% zien. Ook voor eind 2024 (4%-4.25% tov 3.75%-4%) en 2025 (3%-3.25% tov 2.75%-3%) ligt de mediaan nu hoger. Eind 2024 zien 14 van de 19 gouverneurs de beleidsrente nog boven 4%. In september waren dat er 6 van de 19. Dat zetten we even af tegen de marktverwachting: een beleidsrentepiek beneden 5% midden volgend jaar, gevolgd door een terugkeer tot het huidige renteniveau eind 2023 en een duik tot 3% eind 2024. Ramkoers heet dat dan.
Ondanks het (markt)momentum van twee opeenvolgende, iets lagere, Amerikaanse inflatierapporten trekt de Fed inflatieprognoses op. Ze verwacht de onderliggende Amerikaanse kerninflatie nu op 3.5% eind volgend jaar tov 3.1% in september. Ook eind 2024 (2.5% tov 2.3%) en eind 2025 (2.1%) blijft ze boven de 2%-inflatiedoelstelling. Diensteninflatie is de naald in het Fed-kompas. Zolang de arbeidsmarkt sterk blijft, zal de druk niet afnemen. Integendeel. Hogere lonen duwen de prijzen van die diensten hoger. Daarnaast hamerde Powell een groot deel van zijn exposé op de algemene “financiële voorwaarden”. Die moeten hun deel van het werk doen. Specifiek heeft Powell het over een sterke dollar, oplopende kredietrisicopremies en hypotheekrentes en zwakkere beurzen. Marcheren deze deelmarkten de andere richting op – zoals de voorbije twee maanden het geval was – moet de Fed counteren met… (nog) hogere rentes.
De enkelingen die gisteren de Fed toch boven het voetbal verkozen weten niet dat Randal Kolo Muani zijn eerste doelpunt scoorde in het shirt van “les bleus” – laat staan dat ze wisten dat hij Frans international en überhaupt voetballer is – maar wel dat de Fed 2023 aanvat met nog steeds dezelfde, ontegensprekelijke, missie: komaf maken met inflatie, ook al gaat dat ten koste van economische groei. Ondanks de lakse marktreactie sterkt het onze mening dat de (Amerikaanse) rentes en de dollar opnieuw hoger moeten en de beurzen lager. Deze namiddag is het de beurt aan Bank of England-voorzitter Bailey en ECB-topvrouw Lagarde. Afgezien van het journaal en herhalingen van Thuis hoeven ze geen concurrentie te verwachten. Voor de twijfelaars: het was niet Frank, maar zijn criminele dubbelganger Manfred.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal