Bank of Canada: opnieuw +50
In de markt woedt een scherp debat of de Fed en andere centrale banken hun hand niet overspelen door prioriteit te blijven geven aan inflatiebestrijding. De scherpe inversie van de rentecurves is uiting van de vrees dat dit uiteindelijk zal leiden tot een forse groeivertraging, mogelijk zelfs een recessie. Daardoor moeten diezelfde centrale bankiers de rente mogelijk toch veel sneller verlagen dan ze nu willen toegeven. Dat is althans de vrees (of is het hoop?). In dit debat was de rentebeslissing van de Bank of Canada (BoC) gisteren een interessante barometer.
Voorzitter Tiff Macklem en Co waren (en zijn nog steeds) voortrekkers in de anti-inflatiekruistocht. Recent ontspon zich ook hier het debat of de bank, gezien de reeds gedane verkrapping, niet naar een lagere versnelling moet schakelen of de rentecyclus zelfs stilaan kan afronden. Quod non. Het werd een nieuwe stap van 50 bpn. De beleidsrente komt daardoor op 4.25%. Sinds de start van de rentecyclus begin maart staat de teller nu op cumulatief +400 bpn. De renteverhogingen worden ook nog steeds geflankeerd door de tweede pijler van het anti-inflatiebeleid, Q(uantitative) T(ightening). De BoC slorpt liquiditeit uit de markt op door overheidsobligaties op vervaldag niet te herinvesteren.
In haar analyse stelt de BoC vast dat, bij een inflatie van 6.9% (oktober) en een kerninflatie nabij 5.0%, de Canadese burger nog steeds tegen stevige prijsstijgingen aankijkt. Er zijn eerste tekenen dat de prijzen minder snel stijgen, maar dat vraagt om bevestiging. Zeker op korte termijn blijven de inflatieverwachtingen te hoog. Ondertussen was de groei in het derde kwartaal sterker dan verwacht en bevindt de werkloosheid zich nog steeds op een historisch dieptepunt. Tot nader bericht kan het aanbod in de economie de vraag niet volgen. Ook inzake groei verwacht de BoC andere tijden. In het laatste kwartaal van dit jaar en de eerste helft van 2023 komt groei mogelijk tot stilstand. De conclusie van de BoC is neutraal zonder meer. Ze kijkt de kat uit de boom of de rente nog verder moet worden verhoogd om de vraag/aanbod balans opnieuw in evenwicht te brengen. Het communiqué eindigt wel met een herbevestiging van het engagement om de inflatie hoe dan ook terug te brengen naar 2.0%.
De marktreactie op de BoC-beslissing was beperkt. Intraday veerde de 2-j rente aanvankelijk meer dan 10 bpn op. Wie rekende op een kleinere stap van 25 bpn, haalde bakzeil. De Canadese rentes stonden echter onder druk van de nieuwe duik in de VS waardoor de 2-j rente zo goed als onveranderd afsloot op 3.77%.
In lijn met het heersend marktsentiment interpreteert de markt de naar onze mening neutrale ‘guidance’ van de BoC als een aanwijzing dat de rentecyclus mogelijk afgelopen is. Er is geen volledige stap van 25 bpn meer ingeprijsd voor de vergadering van eind januari. Zeker als de grote broer aan de zuidgrens de rente begin volgend jaar verder optrekt kan ook de BoC in functie van de data nog bijkomende actie nemen indien nodig. De softe marktverwachting omtrent het BoC-beleid en de correctie in de olieprijs wogen recent op de Canadese dollar. Die profiteerde ook gisteren nauwelijks (tegen de USD) van de forser dan verwachte renteverhoging. De loonie is niet duur, maar heeft het marktmomentum tegen. USD/CAD 1.40 is een belangrijke weerstand (steun voor de Canadese munt). We zien weinig reden voor een CAD-verzwakking boven die kaap.