Markt geeft het VK voordeel van de twijfel
De cijferluwte in de Eurozone en de Verenigde Staten stond deze week in schril contrast met de kalender voor het Verenigd Koninkrijk. De Britten serveerden behalve een uitgebreide economische update ook de langverwachte begrotingsplannen. We blikken even terug.
De Britse tewerkstelling tekende in de periode juli-september een groter dan verwachte daling op terwijl de werkloosheidsgraad verraste met een lichte stijging tot 3,6%. Dat blijft niettemin historisch laag. De krapte op de arbeidsmarkt kenmerkt zich door een versnelling van de loongroei tot 5,7%. Niet slecht voor de portemonnee, ware het niet dat inflatie alles en meer erodeert. Aan 11,1% liep het Britse prijsstijging in oktober op aan het snelste tempo in meer dan 40 jaar. Kerninflatie (ex. voeding en energie) klokte af op een dertigjarig record van 6,5%. De Britse kleinhandel ondervindt de gevolgen. De verkopen krabbelden in oktober lichtjes overeind, maar dat kwam na barslechte maanden augustus en september. Gecorrigeerd voor inflatie, draait de kleinhandel minder omzet dan voor de pandemie.
De regering van premier Sunak wil iets doen aan die bijtende koopkrachtscrisis. Minister van Financiën Hunt stelde gisteren de nieuwe begroting voor. Die omvat enkele steunmaatregelen voor de Britse gezinnen. Hij verlengt het energieprijsplafond met een jaar. Vanaf april 2023 bedraagt de maximale aanrekening voor een gemiddeld verbruik £3000. Dat is wel meer dan de £2500 onder het inmiddels gedumpte beleidsplan van het duo Truss/Kwarteng. Voorts keert de regering volgend jaar éénmalige toelagen uit, trekt ze de minimumlonen met een record van bijna 10% op én laat ze pensioenen en andere uitkeringen gekoppeld aan de hoge inflatie.
Toch was de begroting in eerste instantie bedoeld om inflatie te tackelen en vooral het investeerdersvertrouwen terug te winnen. Dat ging verloren net omwille van ongebreidelde Sinterklaaspolitiek. Hunt zocht en vond een slordige £55 miljard om de publieke financiën weer op de rails te brengen. Zo’n £25 miljard komt uit hogere belastingen. Door het mes te zetten in de uitgaven, komt er een resterende £30 miljard vrij. Die balans was noodzakelijk. Belastingverhogingen zijn ideologisch tegengesteld aan de Conservatieve Partij terwijl 12 jaar aan onpopulaire besparingen onder Tory-bewind (austerity sinds 2010) nog vers in het geheugen van het grote publiek ligt. Sunak en Hunt zijn zich daar goed van bewust. Ze laten het gros van de uitgavenknip pas ingaan binnen twee jaar, ná het (verkiezings)jaar 2024.
De Britse begrotingswaakhond, het OBR, draaide de beleidsplannen door de rekenmolen. Het voorspelt een economische krimp met 1,4% volgend jaar. Vanaf 2024 zou de economie weer aantrekken. Het OBR ziet inflatie afkoelen van 7,4% volgend jaar tot amper 0,6% in 2024. Op fiscaal vlak voorspelt het vanaf 2024-25 relatief houdbare budgettaire tekorten tussen 0,2 en 0,5%. De schuldgraad piekt naar schatting op bijna 98% in 2026-27.
De markten geven Sunak/Hunt voorlopig het voordeel van de twijfel. Het pond stabiliseert kortbij recente niveaus in de buurt van EUR/GBP 0,87. Britse rentes stijgen nu al twee dagen fors, vooral aan het korte eind (>10 bpn). Dat is een combinatie van een tegenbeweging op de recente scherpe correctie met de steunmaatregelen en de met vertraging ingaande uitgavenrem. De Bank of England kan nu weinig anders dan de rente verder verhogen naar minstens 4,5% en daar even te houden om inflatie in te tomen. De Britse korte rente situeert zich momenteel echter iets boven 3%.