Forint leidt de Visegrad-remonte
Centraal-Europese munten doen het sinds midden oktober best goed. De gemeenschappelijke factor voor die comeback is een verbetering van het algemene risicoklimaat. Beurzen lieten de jaardieptepunten achter zich en de rentestijging in regio’s zoals de VS en eurozone viel even stil. Van de Visegradgroep (ex. Slovakije) presteerde de Tsjechische kroon het minst, al geniet die vooralsnog de onvoorwaardelijke steun van de centrale bank. De Poolse zloty sleept met een dikke 4% versteviging de tweede plaats binnen. EUR/PLN streek neer van 4,9 tot beneden 4,7. Het goud is weggelegd voor de forint. De Hongaarse munt apprecieerde met meer dan 7% tegenover de euro tot EUR/HUF 400. Belangrijke kanttekening: de forint noteerde met EUR/HUF boven 430 midden oktober wel aan een absoluut diepterecord. Behalve de ontspanning op de bredere markten, verklaren nog andere factoren de relatieve outperformance van de forint.
Hongarije en de Europese Commissie liggen al enige tijd op politieke ramkoers. Volgens Europa neemt het land het niet zo nauw met de democratische en juridische standaarden. Zonder verregaande hervormingen houdt de Commissie een slordige €7,5 miljard met bestemming “Hongarije” achter slot en grendel. Niets minder dan chantage waar we niet aan toegeven, aldus Hongaars premier Orban. Die stoere praat ten spijt, regent het recent krantenkoppen over vooruitgang in de gesprekken. Orban en zijn entourage overhandigden intussen een 17-puntenplan met maatregelen die onder meer corruptie aanpakken. De dag des oordeels valt op 22 november. Dan buigt de EC zich over het Hongaarse Covid-19 herstelplan – het enige in de EU dat nog niet werd goedgekeurd. Groen licht volgt alleen als Orban’s voorstellen de Commissie overtuigen. Gebrek daaraan houdt in dat een aanzienlijk deel van de uitgetrokken fondsen definitief vervalt. De forint is er gerust in.
Verder trok de Hongaarse centrale bank (NBH) midden oktober aan de alarmbel. De forint zette toen dagelijks nieuwe diepterecords neer, nota bene een rechtstreeks gevolg van de NBH zelf. Het trok in september de rente op tot 13% en kondigde meteen het einde van de cyclus af. Dat moest volstaan om de binnenlandse inflatie te tackelen. Totaal misplaatst, oordeelde de markt toen. Cijfers sindsdien, met onder meer zopas gepubliceerde inflatie voor de maand oktober (21,1% y/y) gaven ze gelijk. De NBH creëerde op 14 oktober een nieuw beleidsinstrument die de reguliere beleidsrente tijdelijk vervangt. De dagelijks aanpasbare rente daarop bedraagt 18%, een iets realistischer niveau om inflatie te bestrijden die eind dit jaar kan oplopen tot 25%+.
Vraag is natuurlijk hoe lang het huidige Goudlokjes-scenario aanhoudt. Als één van de drie pijlers sneuvelt, verliest de forint waarschijnlijk snel het momentum. Dat kan bijvoorbeeld morgen al, met de publicatie van (hoger dan verwachte?!) Amerikaanse inflatie. En er blijft ook nog de NBH. Behalve in de munt trad er ook behoorlijk wat ontspanning op in de Hongaarse rentemarkten. Geldmarktrentes (looptijd < één jaar) duiken bijvoorbeeld beneden de richtinggevende 18%. In combinatie met de recente forintappreciatie wordt de verleiding voor de centrale bank groot om in de dure rente te snijden. Zolang inflatie geen tekenen van piekvorming toont, zou dat echter wederom een verkeerd signaal zijn. Vanuit technisch oogpunt is EUR/HUF 400 zeer belangrijk. Een breuk lager impliceert vervolgwinsten voor de forint. Maar daarvoor moeten alle dominosteentjes in de juiste richting vallen.