Amerikaanse cijfers geven Fed vrijgeleide
De eerste week van de maand krijgen we telkens de belangrijkste economische activiteitsdata in de VS voorgeschoteld. De week startte in mineur na een ontgoochelende ISM-vertrouwensindicator uit de exportgerichte verwerkende nijverheid. Een globale, geaggregeerde, maatstaf voor die sector dook in september trouwens voor het eerst sinds begin 2020 en de uitbraak van de Covid-pandemie beneden het 50-niveau dat groei van contractie onderscheidt. De combinatie van lege orderboekjes en tot de nok gevulde productiehallen is deprimerend.
Op dinsdag viel het aantal openstaande Amerikaanse vacatures terug van zo’n 11 miljoen tot 10 miljoen. Het is de scherpste maandelijkse daling sinds de Covid-pandemie, maar het vertrekpunt (record van bijna 12 miljoen) is niet onbelangrijk. Voor de Covid-pandemie fluctueerde het aantal rond 7.5 miljoen. Toch is het een teken aan de wand van zwaarder economisch weer aan de horizon. In de eerste weekhelft corrigeerden de markten op de heersende trends – hogere rentes, zwakkere beurzen, sterkere dollar. Slecht (economisch) nieuws is goed (markt) nieuws vanuit de veronderstelling dat centrale bankiers dan minder hard op de monetaire rem gaan staan.
Vanaf woensdag klaarde de hemel weer open. Het ISM-vertrouwen in de binnenlandse dienstensector bleef in september bijzonder hoog. Bovendien scheerde de tewerkstellingscomponent in het rapport (relatief) hoge toppen. Het banenrapport van loonstrookjesverwerker ADP (+208k) was in lijn met verwachtingen. Gegeven het punt in de cyclus blijft dat zelfs sterk zonder meer. Amerikaanse payrolls maakten de intraweek ommekeer op vrijdag compleet. Netto kwamen er 263k banen bij terwijl de werkloosheidsgraad terugviel tot 3.5%, een evenaring van de laagste niveaus in 50 jaar tijd. Lonen stegen met 5% op jaarbasis.
Na het officiële banenrapport stegen Amerikaanse rentes 5 tot 7 basispunten, volledig op conto van de reële rente. De Amerikaanse 2-j rente test de cyclische top van 4.35%. De 10-j rente noteert aan 3.9% en heeft de kaap van 4% opnieuw in het vizier. De belangrijkste Amerikaanse beursindices verloren 2% tot 4% en noteren weer gevaarlijk kort bij de jaardieptepunten. EUR/USD sloot de week rond 0.9750. Vanochtend zakt de bodem onder het muntenpaar verder weg (0.97). Los van de economische cijfers kwamen Fed-gouverneurs in grote getale buiten om de marsrichting (beleidsrente 4.5%(+?)) kracht bij te zetten. Aan Europese kant legt het Krimincident een zoveelste laag van onzekerheid over de Russische oorlog in Oekraïne. We zien de eerstvolgende dagen weinig kans op een ommekeer. Het volgende ijkpunt volgt op donderdag met de Amerikaanse inflatiecijfers voor de maand september. Hoewel het hoofdinflatiecijfer opnieuw wat lager kan uitvallen, blijft de onderliggende kerninflatie opwaarts gericht. Voor markten betekent dat meer van hetzelfde.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal