Nieuw-Zeeland volgt Australisch voorbeeld niet
Down Under represent. Gisteren vergaderde de Australische centrale bank (RBA) over het monetair beleid. Vanmorgen was het de beurt aan kleine broer Nieuw-Zeeland. Beide vertonen economisch dezelfde trekjes maar komen tot een duidelijk verschillende monetaire conclusie.
De RBA vertraagde het normalisatietempo van 50 bpn tot 25 bpn. Dat versterkte het recente marktdenken dat ook andere centrale banken zoals de Fed of ECB de voet stilletjes aan van de rem kunnen lichten. De beslissing van de Nieuw-Zeelanders geldt als waarschuwing voor zo’n veralgemening. De RBNZ trok de rente met 50 basispunten op tot 3,5%. Geen vertraging dus, wel integendeel: de collega’s bediscussieerden zelfs een mogelijke verhoging met 75 basispunten. De analyse van de RBNZ leest aangenaam rechtlijnig, zonder al te veel nuances – die we voor de gelegenheid dan ook achterwege laten. Inflatie liep in het tweede kwartaal op tot 7,3%. Dat is ver boven de 1-3%-doelstelling. Economisch gaat het goed, misschien zelfs iets beter dan in de meest recente prognoses (augustus) verwacht. Dat komt onder andere door een heropleving van de toeristische sector en de veerkrachtige binnenlandse vraag. Sommige binnen het beleidscomité merken op dat de erg krappe arbeidsmarkt in combinatie met de aanhoudend hoge inflatie tot veranderingen in de loonvorming leidt. Het zijn waarschijnlijk zij die een renteverhoging met 75 bpn op tafel legden.
Sinds de laatste beleidsvergadering (17 augustus) ging de Nieuw-Zeelandse (kiwi) dollar zwaar onderuit. NZD/USD verloor een slordige 800 punten (van 0,64 tot 0,56). Zelfs tegenover brokkenpiloot de euro gingen maar liefst 15 big figures in rook op. Die aanzienlijke depreciatie is de centrale bank niet ontgaan. In een zeldzame verwijzing naar de verzwakte munt wijst de RBNZ op de bijkomende inflatoire risico’s die dat met zich meebrengt.
De RBNZ ging er in augustus van uit dat een beleidsrente van om en bij 4% volstond om de inflatie op termijn (2% in 2025) richting doelstelling te brengen. Dat niveau bereikt ze wellicht al op de volgende bijeenkomst op 23 november. Het is onwaarschijnlijk dat dit meteen haar laatste wapenfeit wordt. Op dat moment zijn zowel de Fed als de ECB nog volop in verstrakkingsmodus. Als kiwidepreciatie nu al een (inflatie)probleem vormt, stelt de RBNZ het formeel einde van de cyclus beter nog even uit. De markt verdisconteert het eindpunt voor de beleidsrente tussen 4,5 en 4,75% met een vertraging van de rentepas vanaf 2023.
De marktreactie deze morgen stond verrassend haaks op de klare taal van de RBNZ. Nieuw-Zeelandse swaprentes verloren tot 17 basispunten op het korte eind van de curve. De poging tot herstel van de kiwi dollar tot NZD/USD 0,58 was daardoor al snel een maat voor niets. We vermoeden dat de huidige marktmentaliteit spelbreker was. Tegen de algemene stroom inroeien is nooit makkelijk.