Fed-beleidsrente vanaf morgen neutraal
Na de Europese Centrale Bank vorige week, steken de monetaire geleerden van de Amerikaanse Fed de koppen bijeen. Ze trappen vandaag de tweedaagse af en maken het uiteindelijke rentebesluit morgen bekend. Een renteverhoging staat vast. Een tweetal weken geleden schoven we in deze column met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid een stap met 100 bpn naar voor in plaats van de 75 bpn die Fed-voorzitter Powell eerder signaleerde. Zoals het de recente mode betaamt, schrappen we die forward guidance en laten we ons voor een nieuwe inschatting leiden door de meest recente gebeurtenissen.
De idee van een vol procentpunt volgde uit de inflatie voor de maand juni. Prijzen stegen toen wederom meer dan verwacht, met 9,1%. Kerninflatie (exclusief voeding energie) vertraagde minder dan verhoopt, tot 5,9%. In tegenstelling tot vorige keer, hadden Fed-gouverneurs nu wel nog de kans om vóór de verplichte windstilte in de aanloop naar de beleidsvergadering de cijfers te becommentariëren. Bullard, boegbeeld van het havikenkamp, trok zijn persoonlijke renteverwachtingen voor eind dit jaar op naar 3,75-4% maar was indifferent over de grootteorde van de stappen daar naartoe. Waller koppelde zijn voorkeur voor 75 dan wel 100 bpn aan nieuwe cijfers over de kleinhandel en de huizenmarkt. Beiden overtuigden niet. En dat deden een hele reeks andere cijfers nadien evenmin. Het PMI-bedrijfsvertrouwen (juli) sprong allicht het meest in het oog. Dat dook in de belangrijke dienstensector onverwacht beneden de voor groei neutrale grens van 50. De groeivertraging is duidelijk ingezet.
We verwachten niet dat de Fed omwille daarvan haar harde inflatieretoriek al zal aanpassen. Maar die nog voort opdrijven is misschien ook niet nodig. Met een renteverhoging van 75 bpn tot 2,25/2,50% brengt de Fed de teller na vier opeenvolgende vergaderingen al op 225 bpn. Dat is het snelste verstrakkingstempo sinds de jaren 80. Het stof op de Amerikaanse geldmarkten in de nasleep van de juni-inflatiecijfers ging relatief snel liggen. Ondertussen schaart een overgrote meerderheid zich achter de aanvankelijke duiding van Powell en co.
75 dus, maar wat voor daarna, in september? Die vraag is wellicht nog belangrijker dan de effectieve beslissing. De beleidsrente bevindt zich na morgen op een neutraal niveau die de groei stimuleert noch afremt. Zal de Fed vanaf dat punt terugschakelen naar een trager tempo? Dat kan, zeker in het licht van verzwakkende economische groei, maar is buiten de hardnekkige inflatie gerekend. Er zijn voorlopig weinig signalen dat die voldoende snel (zal) afkoel(t)(en). We verwachten dat de centrale bank een vage middenweg tussen 50 en 75 bpn bewandelt waarin ze beide opties open laat. Het is overigens exact waar de markt zich bevindt. In principe blijft vooral het korte eind van de rentecurve in zulke omstandigheden goed overeind. Hiermee behoudt de Amerikaanse munt zijn mooie rentebuffer. De combinatie met de onzekere economische context betekent dat er voor de dollar voorlopig maar weinig redenen zijn voor een scherpe correctie lager. Dat is in het bijzonder zo t.a.v. de euro, die de kans op een pijnlijke recessie alweer ziet toenemen nu Rusland de gaskraan toch verder dichtdraait tot amper 20% van capaciteit.