De Europese Commissie blijft optimistisch
Laurent Convent, Economist KBC Group
In haar herfstvoorspelling behoudt de Europese Commissie haar vertrouwen in het herstel van de Europese economie. Ze verhoogt zelfs haar prognose voor de reële bbp-groei in de EU in 2021 van 4,8% tot 5%. Verder voorspelt ze een groei van respectievelijk 4,3% en 2,5% in 2022 en 2023. Als hoofdreden voor deze aanhoudende groei haalt ze de verbeterde epidemiologische situatie en de daaraan gekoppelde versoepelingsmaatregelen aan. Verder vermeldt ze de hoge spaartegoeden, een voordelige rente-omgeving en de uitrol van de Faciliteit voor Herstel en Veerkracht (FHV) als ondersteunende elementen.
Ondanks deze rooskleurige voorspellingen ziet de Commissie grote neerwaartse risico’s. Enerzijds kan een heropflakkering van de Covid-pandemie leiden tot verstrengde maatregelen, in het bijzonder in lidstaten met een lage vaccinatiegraad. Anderzijds wegen toeleveringsproblemen, meer specifiek in de scheepvaart en de chipindustrie, op de industriële productie. Verder riskeren hogere energieprijzen het momentum te ondergraven. Het voornaamste opwaartse risico is een hoger dan verwachte productiviteitsgroei, gedreven door de structurele veranderingen die de pandemie teweeg bracht. Investeringen van het FHV en de daaraan gekoppelde hervormingen kunnen die verder stutten.
De arbeidsmarkt verbetert ook zienderogen. In het tweede kwartaal van 2021 werden 1,5 miljoen jobs gecreëerd en steeg het aantal gewerkte uren met 2,4% als gevolg van de afbouw van de tijdelijke werkloosheidsschema’s. Toch ligt de werkloosheid nog steeds boven het pre-pandemie niveau. Dit komt vooral door de contact-intensieve sectoren, waar de werkgelegenheid nog steeds 4% onder het pre-pandemie niveau ligt. De werkloosheid zou van 7.1% tot 6.5% dalen in de komende twee jaren.
De Commissie blijft bij haar standpunt dat de inflatiedruk tijdelijk is, maar ze duidt wel aan deze langer hoog zal blijven dan initieel verwacht. Daarom verhoogt ze haar inflatievoorspelling voor de EU van 2,2% tot 2,4% voor 2021 en van 1,6% tot 2,2% in 2022. Pas in 2023 zou de inflatie weer onder de 2% duiken. De stijgende energieprijzen, de aanhoudende toeleveringsproblemen en de arbeidsmarktkrapte in bepaalde sectoren onderbouwen deze herziening. De Commissie verwacht geen uit de hand lopende prijs-loon spiraal.
Verder is ze optimistisch over de overheidsfinanciën. Waar ze in de lente nog een verhoging van het geaggregeerd deficit van de EU-lidstaten verwachtte van 6,9% van het bbp in 2020 tot 7,5% in 2021, zou dit deficit nu slechts 6,6% bedragen. Het tekort zou verder dalen tot 3,6% in 2022 en 2,3% in 2023, als gevolg van de hogere groei en het uitdoven van de steunmaatregelen. De geaggregeerde schuldratio van de lidstaten wordt verwacht te dalen van 92% vandaag naar 89% in 2023.