Europese PMI’s zetten markt in rep en roer
De Tsjechische centrale bank (CNB) hield gisteren de laatste beleidsvergadering in de huidige samenstelling. Het zevenkoppige beleidscomité zal er tegen de eerstvolgende reünie in augustus erg anders uitzien met drie nieuwe leden en Aleš Michl als gouverneur. Michl stemt al sinds de start van de rentecyclus tegen elke verhoging. Huidig CNB-hoofd Rusnok was hoe dan ook niet van plan om in stilte af te druipen, integendeel.
De CNB trok de rente met 125 bpn op, tot 7%. Zo’n renteverhoging gebeurde al eens in november. De reden is dezelfde: inflatie is veel te hoog. Het prijspeil steeg in mei met 16%, meer dan de CNB verwachtte. Ze voorspelt amper beterschap voor de rest van het jaar en de inflatierisico’s zijn groot en talrijk. Drastischere actie was nodig. De CNB zwakt wel meteen de intenties voor toekomstige verhogingen af. Praag wordt data-afhankelijk en de richtlijn dat het beleid op volgende vergaderingen voort verstrakt kan worden, sneuvelt. Op die manier maakt de CNB de overgang naar het wellicht beduidend minder agressief en preventief beleid onder Michl en co. De markt begreep de boodschap. Tenzij de inflatievooruitzichten aanzienlijk verslechteren, betekent 7% mogelijk het einde van deze rentecyclus. Tsjechische swaprentes tuimelden 32-40 (!) bpn. Die beweging was wel deels ingegeven door algemene risicoaversie. De Tsjechische kroon stond onder druk maar de CNB greep in en vermeed een verzwakking voorbij EUR/CZK 24,75. Dat niveau geldt sinds enkele weken als de pijngrens. We verwachten dat de markten die de komende periode nog dikwijls zal testen. De CNB 2.0 moet het marktvertrouwen nog verdienen.
Van consolidatie naar correctie
We hebben het vandaag ook over de Europese PMI’s. De bedrijfsvertrouwensindicatoren meten op accurate en tijdige wijze de economische hartslag. En die vertraagt scherp. De overkoepelende reeks brokkelt af van 54,8 tot 51,9. Dat is boven het voor groei neutrale niveau van 50, maar de expansie koelt dus flink af. Zowel de maakindustrie (van 54,6 naar 52) als de dienstensector (van 56,1 tot 52,8) zet een stevige stap terug. In die eerste daalde de productie zelfs voor het eerst in twee jaar. Die krimp zal in juli nog versnellen gezien de blijvende aanbodtekorten én het gebrek aan inkomende bestellingen. Activiteit in de dienstenafdeling staat onder druk. De positieve impact van de opgekropte vraag dooft uit terwijl inflatie steeds harder in het besteedbaar inkomen bijt. Dat (goederen)inflatie volgens het onderzoeksbureau binnenkort kan pieken, biedt maar een magere troost. De forse rentestijging van de afgelopen maanden laat ondertussen de eerste sporen na, o.m. in de vastgoedsector. Tewerkstellingsgroei was het zwakst in meer dan een jaar en bedrijven plaatsen uitbreidingsplannen in de koelkast. Ze zijn het minst optimistisch over de toekomst sinds oktober 2020.
Markten staan in rep en roer. Europese rentes kelderen met meer dan 20 bpn op diverse looptijden. Opvallend: de beleidsrenteverwachtingen voor dit jaar veranderen nauwelijks. De markt snapt dat de ECB niet anders kan dan ingrijpen, ook al komt dit met economische nevenschade. Sinds vorige week tot en met vandaag verloren de Europese swaprentes tussen 35 (10j.) en 45 (2/3j.) bpn. De periode van consolidatie escaleert in een correctie die vanuit technisch oogpunt niet voorbij 2% (10j.) mag gaan om de opwaartse rentetrend intact te houden. De euro is kind van de rekening. EUR/USD nadert een eerste tussentijdse steun van 1,0472. Een breuk effent het pad richting 1,035.