BOJ op zoek naar kwadratuur van de cirkel
Deze week beslissen de Fed (morgen), de Bank of England en de Zwitserse centrale bank (SNB) (donderdag) en de Bank of Japan (vrijdag) over hun beleid. Niets is nog zeker. Verwachtingen worden in sneltreinvaart bijgesteld. Voor de Fed gaat de markt na een artikel (of moeten we zeggen een lek vanuit de Fed?) in de WSJ uit van de verhoging met 75 bpn! De moeilijke balans tussen vraagerosie en inflatie houdt de verwachtingen voor de BoE op 25 bpn, al ziet de wereld er na de Fed mogelijk ook voor de BoE anders uit. Zelfs voor de SNB is de vraag niet langer of maar wanneer ze de rente verhoogt. Zowat als enige vindt de BOJ tot nader bericht dat het land ontsnapt aan (te) hoge inflatie en het beleid dus extreem stimulerend mag blijven. Op de markten komt die ‘eilandstatus’ van de wel BOJ onder druk, met de vrije val van de yen als ultieme bewijs dat het model op zijn grenzen stoot.
De BOJ ziet de Japanse inflatie vooral als het gevolg van externe factoren (olie- en grondstoffenprijzen). De algemene inflatie trok recent aan tot 2.5% j/j, maar kerninflatie blijft laag (0.8% j/j). Met loonstijgingen beneden 2% voelt de Japanse consument de dalende koopkracht. De BOJ vindt dat ze daarom de vraag moet blijven ondersteunen. De beleidsrente bedraagt -0.1% en de BOJ blijft geld creëren, vooral via aankoop van overheidsobligaties. Op een looptijd van 10-j streeft ze naar rente van 0% met een afwijking van +/-25 bpn. Door de wereldwijde rentestijging staat de bovengrens fors onder druk. De BOJ engageerde zich daarom om onbeperkt obligaties op te kopen en is zo een van de weinige landen die bijkomende liquiditeit creëert. Meer JPY dus. Die liquiditeitscreatie en een oplopend renteverschil met de rest van de wereld stuurden de yen in vrije val. Sinds begin dit jaar verzwakte de munt ongeveer 20% tegen de USD. De consument en de regering zien die zwakke yen steeds meer als oorzaak van koopkrachtverlies. Tot voor kort verdedigde BOJ-voorzitter Kuroda de zwakke yen als zijnde positief voor de economie (export). Daar kwam hij vorige week op terug. Weegt het voordeel voor de export op ten opzichte van de schade voor de binnenlandse vraag en voor de bedrijven die hogere inputkosten niet altijd kunnen doorrekenen? Het ministerie van financiën (MOF) heeft de scherpe daling van de yen in de gaten. De markt is niet onder de indruk. USD/JPY zette gisteren de hoogste koers sinds 2002.
Vrijdag beslist de BOJ over haar beleid. Ze zal de beleidsparameters in principe niet fundamenteel veranderen. In dat geval blijft de yen waarschijnlijk in het defensief. In Japan is niet de BOJ, maar het MOF bevoegd voor wisselkoersinterventies. Als de yen verder verzwakt boven de kaap van USD/JPY 135 (top 2002), neemt de kans op interventies toe. Japan beschikt over uitgebreide deviezenreserves, maar een echte oplossing is dit niet. Het blijft een verhaal van gas geven (BOJ) en remmen (MOF) tegelijkertijd. Het verleden toonde dat interventies tegen de economische fundamenten meestal slechts tijdelijk resultaat opleveren. We verwachten dat ook de BOJ ‘op termijn’ de algemene trend naar minder liquiditeitscreatie en hogere rentes moet volgen. Tot slot nog een kleine anekdote. Een centrale bankier wordt benoemd, en niet verkozen door de het volk. In een recente enquête vond 59% van de ondervraagde Japanners Kuroda omwille van zijn inflatie-aanpak ongeschikt voor job als voorzitter. De tijden (en inzichten) veranderen, ook in Japan.