Markten onder druk na nieuwe inflatieversnelling
Amerikaanse inflatiecijfers voor de maand mei breiden vrijdag een verlengstuk aan de sterke marktbewegingen die donderdag volgden na de ECB-beleidsvergadering. Al wie na de aprilcijfers inzette op de start van een aftoppingsproces koesterde vooral ijdele hoop. Op maandbasis versnelde de inflatiedynamiek tot 1% wat de jaar-op-jaarvergelijking op 8.6% bracht, het hoogste peil sinds 1981. De onderliggende kerninflatie bleef hoger dan verwacht op 0.6% m/m en 6% j/j. Details tonen behalve de nog verder oplopende energie-/transportkost ook een steeds grotere impact van woning gerelateerde kosten (6.9% j/j).
De inflatiecijfers gaven het startschot voor een nieuwe verkoopgolf op de obligatiemarkt. Amerikaanse rentes stegen tot 25 (!) basispunten aan het korte eind van de curve. De 2j-rente stijgt voor het eerst sinds 2008 boven 3% uit. De 10j-rente heeft de 2018-top (& 38% herstel op rentedaling tussen 1994 en 2020) van 3.26% binnen handbereik. Een eventuele breuk hoger is een sterk technisch signaal en suggereert een verdere stijging richting 4.17% (50% herstel op diezelfde beweging). Prompt stelt de Amerikaanse geldmarktrente de belofte van de Fed om de beleidsrente in juni (nu woensdag) en juli met 50 basispunten te verhogen in vraag. Volstaat dat tempo wel gegeven de krapte op de Amerikaanse arbeidsmarkt en in een context waar de inflatiekracht nog steeds onderschat wordt? Hier en daar zet de markt in op een renteverhoging met 75 basispunten in juni of juli. Woensdag komt waarschijnlijk te vroeg, maar daarna ligt alles open. Eén ding is zeker, de geldmarkt denkt niet dat de Fed dit jaar haar verstrakkingstempo kan vertragen. A rato van (minstens) 50 basispunten per vergadering betekent dat een beleidsrente van (minstens) 3.25%-3.50% eind dit jaar. Het motief achter de rentestijging wijzigt. Tot nu toe ging het vooral over de snelheid waaraan centrale bankiers richting neutrale (of iets hogere) renteniveaus zouden gaan. Nu staat de absoluutheid van het huidige neutrale renteniveau (+- 2.5%) in vraag. Hoe hoog ligt die theoretische evenwichtsrente de volgende jaren als inflatie over de beleidshorizon van de Fed niet onder de 2%-doelstelling zakt? De nieuwe individuele rentevoorspellingen van de Fed-gouverneurs vormen woensdag een belangrijke leidraad.
De verkoopgolf op de Amerikaanse obligatiemarkt dijde ver uit. Europese rentes stegen opnieuw met meer dan 10 basispunten aan het korte eind van de curve. Beurzen kreunen onder het rentegeweld en gaven in de VS tot 3.5% prijs voor de Nasdaq. Vandaag lopen de verliezen in Europa op tot 2.5%. De Amerikaanse dollar profiteerde van het relatieve rentevoordeel en van zijn rol als veilige haven. Aan de eurokant van de vergelijking lopen de kredietrisicopremies voor landen als Italië en Griekenland op ondanks losse garanties van de ECB om fragmentatie binnen de eurozone te vermijden. De Europese eenheidsmunt heeft het in die omstandigheden zelf moeilijk. EUR/USD verloor donderdag pas eerste steun op 1.0627/42, maar noteert ondertussen al beneden 1.05. Het jaardieptepunt van 1.0350 is de laatste, maar sterke, steun voor een terugkeer naar pariteit.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal