ECB maakt afspraak met de geschiedenis
De ECB slaat officieel een nieuwe weg in, die van de beleidsnormalisatie. Dat gebeurde voor de gelegenheid in het thuisland van ECB-gouverneur Klaas Knot, een notoir monetaire havik. Het maakt de beslissing gisteren behalve historisch ook symbolisch.
Het belang van de bijeenkomst kan moeilijk overschat worden. De Europese rentemarkten leverden daarvan het beste bewijs. Swaprentes zetten nieuwe cyclische toppen op zowat alle looptijden met een stijging die opliep tot 15 bpn aan het korte eind van de curve. Het was de grootste dagbeweging sinds 2011. De lange aarzeling bij de ECB om hoge inflatie te bestrijden vervelde op één vergadering (en blog op de ECB-website) in een toewijding die vriend en vijand verraste. Het is van moetens. De Europese inflatie liep in mei op tot 8,1% - het vierdubbele van de doelstelling. Dat is al lang niet meer het gevolg van voeding en energie alleen. Bijna 3/4e van de producten laat ondertussen prijsstijgingen van meer dan 2% optekenen. Die steeds hardnekkigere inflatie dwong de ECB stelselmatig tot een opwaartse herziening van de verwachtingen, ook gisteren. Frankfurt verwacht nu 6,8% inflatie in 2022, 3,5% in 2023 en 2,1% in 2024. Kerninflatie haalt eveneens vlotjes de 2%-doelstelling over de volledige horizon. En dus volgt er actie. De netto-obligatieaankopen stoppen op 1 juli. De ECB blijft de middelen uit vervallen obligaties tot nader bericht wel herinvesteren. Drie weken later volgt een eerste renteverhoging. De ECB start met 25 basispunten maar versnelt zo goed als zeker in september tot 50. Het is aan inflatie om de centrale bank op andere gedachten te brengen: “Als de inflatievooruitzichten op middellange termijn onveranderd blijven of verslechteren, zal een grotere rentestap tijdens onze vergadering in september passend zijn.” Duidelijk. Daarna verwacht de ECB nog meer renteverhogingen. Hun omvang is afhankelijk van de data dan ter beschikking. Of hoe de centrale bank alle opties netjes open houdt. De ervaring bij enkele van haar dichtste collega’s leert dat zo’n stap van 50 bpn niet eenmalig is. De ECB-rente bedraagt nu -0,50% en kan eind oktober al oplopen tot 0,75%. De nieuwe vooruitzichten in december zullen bepalend zijn voor het vervolgtempo.
Zo’n assertieve ECB is voor iedereen even wennen. We denken dat de Europese rentestijging, vooral aan het kort eind van de rentecurve, nog niet voorbij is. Op korte termijn volgt er na de verschroeiende spurt mogelijk wel eerst wat consolidatie. Wie zich gisteren in het bijzonder verslikte, waren de perifere rentemarkten. De kredietrisicopremies voor landen met een hoge staatsschuld zoals Italië liepen aanzienlijk op. Met een “flexibele” herinvesteringspolitiek wil de ECB te grote turbulentie vermijden maar veel indruk maakt dat vooralsnog niet.
De grootste teleurstelling van het ECB-dagje gisteren was voor één keer niet de instelling zelf, maar wel de euro. Die profiteerde helemaal niet van de riante rentesteun en stond vooral onder druk door een verzuurd risicoklimaat. De munt verloor niet alleen tegen de dollar, maar zelfs tegen het sentimentsgevoelige Britse pond. Dit kan wijzen op een verhoogde gevoeligheid van de euro voor de economische gevolgen. De ECB blijft dan wel overwegend optimistisch met een verwachte groei van 2%+ voor de komende jaren, de wisselmarkt uit haar twijfels.