Transitieperiode op de markten
Markten bevinden zich in een rommelige periode. Een soort van overgangsfase zeg maar die gerust nog tot de eerste week van juni kan duren. Dan pas staan de volgende cruciale cijfers – inflatie in Europa, arbeidsmarktgegevens in de VS – op de agenda. Op 9 en 15 juni vergaderen respectievelijk de Europese centrale bank en de Federal Reserve. In de tussentijd kan de sfeer van de dag voor nukkige bokkensprongen leiden. Meer algemeen ontwaren we wel drie trends: de rally op de rentemarkten en van de dollar toont tekenen van consolidatie terwijl de beurzen alsmaar duidelijker in een sell-on-uptickspatroon terecht komen.
Op de rentemarkten was sinds eind vorig jaar tot begin deze maand een onafgebroken opbod van normalisatieverwachtingen door centrale bankiers aan de gang. Steeds sneller, steeds meer. Geldmarktrentes zetten ondertussen in op beleidsrentepieken van 3% in de VS, 2.5% in het VK en 1.5% in Europa. De Fed, maar ook bijvoorbeeld de Bank of England, losten die verwachtingen tot nu toe in. Zelfs de ECB ging deze maand overstag door officieel te zinspelen op een renteverhoging in juli. Unisono klinkt de boodschap: de inflatie terugschroeven en inflatieverwachtingen opnieuw verankeren rond de 2%-doelstelling ook al hypothekeert dat al kwakkelende groei. Omdat de groeizijde van de vergelijking prominenter in beeld komt, is het opbod op de rentemarkt stilgevallen. Investeerders vinden dat ze voorlopig genoeg op de feiten vooruit lopen. Echte correcties zien we nog niet in dit segment van de rentemarkt. Daarvoor spreken centrale bankiers te klare taal. Aan het lange eind van de curve helt de opwaartse rentetrend over naar een periode van consolidatie. De hersteltoppen van 1.2% voor de Duitse 10j-rente en 3.2% voor de Amerikaanse zijn de volgende weken waarschijnlijk te hoog gegrepen.
De rentemarkt voert minstens voor even niet meer het hoogste woord. Eerder dit jaar ging de pijl vaak van (snel) stijgende rentes naar twijfel op de beurzen. Nu gaat de correctie op de beurs een eigen leven leiden en zorgt ze via de vlucht naar veilige havens voor corrigerende, lagere, rentes. De normalisatiedrang, hoge inflatie en zwakke groeivooruitzichten maakten dit jaar een einde aan de post-Covidrally. Belangrijke Amerikaanse (vb. S&P 500) en Europese (vb. EuroStoxx50) tonen tekenen van een sell-on-uptickspatroon.
Op de wisselmarkt kan de tot nu dominante dollar de risicoaversie even niet verzilveren. Net als op de sterke rentetrend staan we mogelijk voor een periode van consolidatie. Echt weerwerk kunnen de andere grote munten nog niet bieden. Zo is het acute gevaar in EUR/USD (2017 bodem van 1.0341) wel geweken, maar kon het muntenpaar een eerste, zwak, weerstandsniveau (1.0642) nog niet heroveren. Pas boven EUR/USD 1.08 wordt het beeld weer neutraler. Het eerste steunniveau voor de handelsgewogen greenback (102.35) blijft ook nog buiten schot.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal