VK inflatie hoogste sinds 1982. Wat doet de BOE?
Het hoogste cijfer sinds... Het is zowat de standaard-connotatie bij de publicatie van inflatiecijfers. Vanmorgen was het VK aan de beurt. De algemene inflatie (april) steeg van 7% j/j tot 9%, het hoogste niveau sinds 1982! Die stijging was deels gevolg van de verhoging van de gereguleerde energieprijzen. Toch versnelde ook de kerninflatie (6.2% van 5.7%). Zo veerden de prijzen op voor een reeks diensten die zich post-corona terug op gang trekken (vrije tijd, catering). Een verrassing? Niet echt. De cijfers waren kort bij de verwachtingen. Alles went. Verbetering op komst? Onwaarschijnlijk. Producentenprijzen (output 14 % j/j, input 18.6% j/j) tonen dat de prijsdruk bij de bedrijven hoog blijft. Een deel zal worden doorgerekend aan de eindklant. Die staat in oktober nog een nieuwe verhoging van de gereguleerde energieprijzen te wachten. Daardoor dreigt inflatie eind dit jaar boven 10% uit te komen. De Britse koopkrachtcrisis is verre van over.
Britse arbeidsmarktcijfers blijven voorlopig nog sterk. De tewerkstelling groeide in maart stevig, de werkloosheidsgraad viel terug tot 3.7% en de lonen liepen op (4.2% jaarbasis ex bonussen). De loonstijging is niet de helft van de inflatie, waardoor de koopkracht fors daalt. Bovendien dreigt een loonprijsspiraal de inflatieverwachtingen voor langere tijd te laten weglopen van de 2%-doelstelling. Het probleem van een ongecontroleerde stijging van de inflatie blijkt dan toch net iets groter dan de te lage inflatie waar de centrale bankiers de voorbije jaren massa’s studiewerk aan besteedden.
Dit is het nieuwe dilemma voor de Bank of England: hoeveel ruimte is er om de rente te verhogen als de groei onder druk komt? Vorige week vreesde de markt dat centrale bankiers meer aandacht hadden voor inflatie dan groei. Dat leidde even tot paniek. In een hoorzitting voor een commissie van het Britse Parlement maandag gaf voorzitter Bailey toe dat hij zich uiterst oncomfortabel en machteloos voelt. Voor hem moet de BoE inflatie prioriteit geven en de vraag in evenwicht brengen met een krap aanbod, zowel inzake goederen als op de arbeidsmarkt. Dat kan tot een recessie kan leiden, maar er is geen alternatief. De Britse rentes stegen gisteren iets meer dan in de VS en de EMU. Op de volgende vergaderingen kan de BoE niet anders dan de rente verder optrekken. De markt zet in op een beleidsrente van >2% eind dit jaar.
Na een test van de EUR/GBP 0.86 weerstand vorige week, herstelde het pond gisteren even tot de 0.84 zone. Het debat over de balans tussen groei en inflatie zal de kop blijven opsteken. De vergadering van begin deze maand toont dat, ondanks de verklaringen van Bailey maandag, een aantal gouverneurs zijn visie niet delen. Zeker wanneer de groei in de tweede jaarhelft stilvalt (of negatief wordt) zal het beleidsdilemma zich steeds scherper stellen. De recente geschiedenis leert dat er weinig nodig is om de accenten in het BoE-beleid te veranderen. Op korte termijn heeft EUR/GBP een evenwicht gevonden in de zone 0.84/0.86. Zeker wanneer in juni duidelijk wordt dat ook de ECB een echte rentecyclus start, dreigt de onzekerheid over de Britse groei/annex BoE-reactiefunctie het pond verder in het defensief te drukken. Britse plannen om het Noord-Ierse protocol uit het brexitakkoord eenzijdig te wijzigen zijn ook geen steun, noch voor de economie, noch voor het pond.