RBNZ blijft tegen de stroom inroeien
Op de globale rentemarkt kantelt het debat steeds meer in de richting naar wanneer centrale banken volgend jaar kunnen starten met renteverlagingen. Markten gaan er vanuit dat een forse groei-afkoeling en reeds doorgevoerde monetaire verstrakking de prijsdruk zullen temperen. De Fed en ECB wachten af en geven minder agressief tegengas ondanks de forse rentecorrectie.
Tegen die achtergrond was de Reserve Bank of New-Zealand (RBNZ) vanmorgen een opvallende ‘contrarian’. Met een doortastende verstrakkingscampagne trok ze de rente op van 0.25% in de zomer van 2021 tot 5.50% in mei. Toen kreeg de RBZN even schrik van haar eigen schaduw en kondigde ze abrupt aan dat het daarbij zou blijven. Bij de economische update in augustus veranderde de toon al lichtjes. De rente zou toch langer hoog moeten blijven. Zes maanden na de start van de pauze wordt er opnieuw stevig gedebatteerd, niet over een renteverlaging, maar over een eventuele verhoging begin volgend jaar.
De Nieuw-Zeelandse groei koelt dan wel af, maar met een opstoot van 0.9% kw/kw in kw2 gaat dat veel trager dan dat de RBNZ begin dit jaar inschatte. De algemene inflatie en inflatie voor verhandelbare goederen (waarvan de prijs internationaal wordt bepaald) koelden af tot respectievelijk 5.6% j/j en 4.7% j/j (kw 3). De ‘non-tradables’ inflatie, die vooral binnenlands wordt bepaald, daalt echter zeer traag, TE traag (6.3%). Migratie speelt hierbij een belangrijke rol. Een snelle bevolkingsgroei draagt bij tot een hoger arbeidsaanbod en tempert de druk op de arbeidsmarkt, maar die blijft krap. Tegelijk ondersteunt het ook de vraag. Vooral de druk op de woningmarkt is groot. Huurprijzen en andere prijzen verbonden aan wonen en bouw blijven stijgen en dat remt de algemene inflatiedaling af. Ook het fiscaal beleid blijft reflatoir.
In tegenstelling tot de verdoken opwaartse rentebijstelling in augustus, is de RBNZ nu wel duidelijk. Een renteverhoging lag op de op de tafel, maar werd uiteindelijk (nog) niet weerhouden. Als vooral de kerninflatie niet daalt zoals verhoopt, moet de rente alsnog hoger. ‘Higher for longer’ is helemaal terug van een beetje weggeweest. In mei hoopte de RBNZ op een eerste renteknip in de twee helft van 2024. Nu is dat in het beste geval voor H1 2025 (mogelijk van een hoger niveau dan nu, Q1 2025 verwacht op 5.6%). Naast cyclische factoren ziet de RBNZ ook een structureel gewijzigd kader voor het monetair beleid. Ze trok de verwachte neutrale beleidsrente op van 2.25% tot 2.5%.
De markt pikt het signaal van de RBNZ eerder schoorvoetend op. De 2-j swaprente stijgt met 10 bpn, maar dat moet worden afgezet tegen de forse rentedaling in de VS gisteren. De kiwi dollar steeg tot NZD/USD 0.62, maar kan die winst niet vasthouden, ook omdat de dollar globaal wat terugvecht vanmorgen. Naast stevige, mogelijk nog oplopende rentesteun tegen de dollar en euro, heeft de NZD ook zwakke punten zoals een hoog tekort op de lopende rekening van de betalingsbalans(-8.1% BBP). Dat is zeker een factor van belang in een context van risico-aversie. Toch verwachten we dat de bodem voor de kiwi dollar beter beschermd is. Het technisch beeld voor NZD/USD verbeterde al na de breuk boven 0.6050 (zie grafiek). De kiwi dollar heeft nu ook iets betere kaarten vergeleken met zijn Australische buur.