Riksbank biedt kroon niet meer dan lippendienst
Een korte transcriptie uit het perscommuniqué van de Zweedse Riksbank (RB) gisteren na de rentebeslissing. ‘De inflatie blijft te hoog en er zijn nog steeds risico’s dat die inflatie in de toekomst niet snel genoeg zal dalen. Prijzen voor diensten stijgen snel en dragen aanzienlijk bij tot de algemene inflatie. Bovendien blijft de kroon onaanvaardbaar zwak. Dat bestendigt de opwaartse prijsdruk voor goederen’.
Zet nu even de pet op als lid van het beleidscomité. Wat zou u ondernemen? Analisten twijfelden tussen onveranderd of +25 bpn. Beslist? De RB hield de rente onveranderd op 4.0%. Er was wel een ‘stevige waarschuwing’. Het beleid moet restrictief zijn en als de inflatievooruitzichten verslechteren blijft de RB bereid om de rente alsnog te verhogen. Meer nog: ze bestudeert een versnelde afbouw van haar obligatieportefeuille. Meer daarover op de januarivergadering. De markt is gewaarschuwd!
Eerst even naar die inflatie. De CPIF-inflatie die de RB vooral in het oog houdt steeg in oktober van 4.0% tot 4.2%. De onderliggende inflatie (exclusief energie) koelde wel af van 6.9% tot 6.1%. 2% is dus nog even verwijderd. De RB stelt hoopvol vast dat inflatie afkoelt. Onder meer de cumulatieve renteverhogingen van 0.0% tot 4.0% remmen de vraag sterk af. In dit verband verwacht de RB na een krimp met 0.7% dit jaar ook volgend jaar een contractie met 0.2%. Die krimp sijpelt door naar de arbeidsmarkt. De werkloosheid trekt dit jaar al aan tot 7.7% en kan volgend jaar verder oplopen tot 8.6%. In die context ziet de Riksbank CPIF vertragen van 6.0% dit jaar tot 2.3% volgend jaar om in 2025 beneden de 2.0% doelstelling te vallen.
De reactiefunctie van de RB doen ons denken aan de Bank of England. Hoewel prijsstabiliteit de primaire opdracht is, kijkt groei steeds over de schouder mee. De zwakke groei zet het beleidscomité er toe aan om vooral tijd te kopen. Men houdt de deur open voor een verhoging in de stellige hoop dat die er niet komt. Zwaaien met versnelde afhouw van de obligatieportefeuille behoort ook tot die tactiek. Ook de hoge schuld van de gezinnen en mogelijke gevolgen voor de financiële stabiliteit door de spanning in de vastgoedmarkt dragen er toe bij dat de RB de rente liefst zo weinig mogelijk verhoogt, al ontkende voorzitter Thedéen dat laatste formeel.
De (rente)markt trok haar conclusies. Er komt geen verhoging meer. Zelfs de indicatie van de RB om de rente op minstens 4% te houden tot de eerste helft van 2025 wordt stevig in twijfel getrokken. De markt ziet kans op een eerste renteverlaging al na de zomer volgend jaar. De kroon, die in september nog een historisch dieptepunt juist onder EUR/SEK 12 neerzette, deed het recent iets beter. Dat was vooral het gevolg van de mildere algemene rentecontext. Ook de aankopen van SEK in het kader van de ‘indekking’ door de RB van een deel van haar deviezenreserves (noem het geen wisselkoersinterventies), hielpen. De kroon verzwakte gisteren na beslissing van EUR/SEK 11.36 tot 11.45. Toegegeven, de schade kon groter zijn. Toch blijft het ‘liefst-zo-weinig-mogelijk’ beleid van de RB een blok aan het been van de kroon. Dat is a fortiori het geval indien de globale rentes terug zouden aantrekken en/of het risicosentiment zou verslechteren. Een volgehouden breuk beneden EUR/SEK 11.40 wordt minder evident.