IEA voorzichtig hoopvol over toekomst energie
Het Internationaal Energieagentschap (IEA) publiceerde vorige week een update van haar World Energy Outlook-publicatie, een gezaghebbende bron van energieanalyses en -voorspellingen. De teneur van het rapport is hoopvol en dit ondanks de vele factoren die de energiemarkt verstoren, waaronder de oorlogen in het Midden-Oosten en in Oekraïne. De belangrijkste reden voor het bescheiden optimimse in het rapport is de snelle opmars van propere energiebronnen. Of de netto-nuldoestellingen gehaald zullen worden blijft evenwel onzeker.
Investeringen in schone energie zitten in de lift
Lange tijd kregen hernieuwbare energiebronnen moeilijk voet aan grond, deels omdat de technologie nog in zijn kinderschoenen stond en deels omdat fossiele brandstoffen lange tijd relatief goedkoop waren. De laatste jaren lijkt hernieuwbare energie echter definitief door te breken.
Zo zijn de investeringen in schone energie met 40% toegenomen sinds 2020. Dit is onder meer te danken aan het groeiend besef dat de klimaatopwarming nefaste gevolgen heeft voor het leven op aarde maar ook aan de ongerustheid over energieprijzen en -zekerheid.
Niet alle schone energietechnologieën doen het goed. Veel windmolenproducenten en -installateurs zitten in moeilijke papieren of gingen failliet de voorbije jaren. Daar tegenover staan de elektrische wagens, die een stevige versnelling ingezet hebben. Volgens het IEA-rapport was 1 op 25 verkochte wagens elektrisch in 2020 terwijl dit in 2023 al 1 op 5 was. Ook de uitrol van zonne-energietechnologie gaat hard, met dagelijks meer dan 1 miljard USD aan investeringen.
Door de snellere opmars van hernieuwbare energie is de verwachting voor het gebruik van fossiele brandstoffen neerwaarts aangepast in het nieuwe IEA-rapport. Het agentschap verwacht nu dat, gegeven de huidige beleidsmaatregelen, de vraag naar olie, aardgas en kolen zal pieken tegen 2030. Het is de eerste keer in de geschiedenis van het rapport dat dit gebeurt. Hieraan gekoppeld verwacht het IEA dat ook de energie-gerelateerde CO2-uitstoot sneller een bovengrens zal bereiken en dit reeds rond het midden van de het decennium.
Pad naar 1.5°C opwarming ligt nog open
Dankzij de sterke opmars van hernieuwbare energie oordeelt het IEA nu dat de kans om de klimaatopwarming te beperken tot 1.5°C ten opzichte van de pre-industrïële periode (Net Zero Emissions scenario) klein maar niet nul is. De huidige beleidsbeslissingen (Stated Policies Scenario) en de toegezegde doelstellingen (Announced Pledges Scenario) zullen evenwel niet volstaan. Bovendien verwijst het IEA naar enkele belangrijke onzekerheden, waaronder het tempo waarmee zonne-energie uitgerold zal worden en de Chinese economische situatie.
Chinese groei als grote onbekende
Niet enkel de snelheid maar ook de manier waarop China de komende decennia zal groeien, is belangrijk volgens het IEA-rapport. China, als maakfabriek van de wereld, was de voorbije tien jaren verantwoordelijk voor twee derde van de stijging in de wereldwijde olievraag en bijna een derde van de stijging in de aardgasvraag. Er wordt evenwel verwacht dat China op een kantelpunt staat, omwille van de afzwakkende groei en de aanzienlijke toename in investeringen in schone energie (China was in 2022 verantwoordelijk voor de helft van de wereldwijde aangroei van wind- en zonne-energieinstallaties en meer dan de helft van de verkochte elektrische voertuigen). Ook het uitgesproken doel van de overheid om de economie meer te laten steunen op binnenlandse consumptie en minder op constructie en de uitvoer van maakgoederen zal, indien succesvol, bijdragen tot de wereldwijde energieomwenteling.