Rentemarkt: niet meer gezien sinds….
Het ging er de voorbije dagen heftig aan toe op de rentemarkten. Noem het maar een soort ‘obligatie-crash’. De term ‘crash’ wordt meestal gebruikt in de context van risicovolle activa. Obligaties van goede debiteuren zijn in principe ‘veilig’. Op het einde van de rit krijg je toch je geld terug. Dat kan een geruststelling zijn, maar wie in de periode van extreem lage (of zelfs negatieve) rentes toch wat rendement zocht in ultra-langlopend papier, kijkt ondertussen wel tegen stevige herwaarderingsverliezen aan. Een 30-jarige Amerikaanse overheidsobligatie met een coupon lager dan 1.5% noteert ondertussen beneden 50% van zijn nominale waarde! Een 30-j Duitse Bund met een 0%-coupon noteert in de lage 40%. Eind 2021 was dat nog 100. De beweging is al bezig sinds begin 2022, maar het woord (salami-)crash blijft toch op zijn plaats.
Het spiegelbeeld van die salami-crash zijn de hoogste renteniveaus sinds de financiële crisis. De Amerikaanse 30-j rente ging even boven 5%, de Duitse 10-j rente raakte 3% en de 10-j EMU swap gaat boven 3.5%. Op de kortere looptijden is de beweging nu iets minder uitgesproken. Markten passen zich nog steeds aan het ‘hoger voor langer’ mantra van de centrale banken aan. Een relatief hoge piek-rente om de inflatie terug te dringen was al min of meer aanvaard, maar er heerste twijfel over de ‘voor langer’ component van de boodschap. De rentes zouden volgend jaar snel terug dalen als de economie en de inflatie afkoelen. Onder meer door de blijvend krappe arbeidsmarkt is het zeer twijfelachtig of de (kern-/diensten-) inflatie echt snel onder controle komt. Een hogere olieprijs dreigt terug door te sijpelen naar de rest van de economie en de meest recente activiteitsdata gaven aan dat de economie, zeker in de VS, aan een hoge capaciteitsbenutting blijft draaien. Het besef dat ‘langer’ ECHT (structureel) lang betekent, duwde de lange rentes steeds hoger. Als de centrale banken hun doel echt willen bereiken is een hogere reële rente nodig om de vraag-aanbodbalans structureel opnieuw wat in evenwicht te brengen. De Fed-boodschap van een verwachte beleidsrente boven 5% eind 2024 stelde alles nog eens scherp!
Bij dit soort sterke trendbewegingen is de eerste boodschap om niet tegen de trend in te roeien zolang zich geen duidelijke ‘game-changer’ aandient. Met die wijsheid in het achterhoofd, waren er gisteren toch voorzichtige tekenen dat, als de dominosteentjes op korte termijn goed vallen, de (rente)markt mogelijk even aan een adempauze toe is.
Aanleiding voor de intra-day ontspanning was onder meer zwakkere tewerkstellingsgroei in de Amerikaanse private sector volgens loonstrookjesverwerker ADP. De toename van ‘slechts’ 89k was het laagste sinds januari 2021. Ook de daling van de olieprijs van $95/vat vorige week tot $86 (ondanks bevestigde productiebeperkingen door Rusland en Saoedi-Arabië) temperden de inflatievrees op korte termijn. Een Amerikaanse reële rente (10-j) van 2.40% verdisconteert ondertussen al wel een dosis ‘nieuw normaal’. In EMU gaat dit trager (10-j reële rente via inflatieswaps +/- 1%). De Amerikaanse payrolls morgen zijn een belangrijk ijkpunt. Een neerwaartse verrassing kan de lont tijdelijk uit het (rente)kruitvat halen. Voorwaardelijke wijs! In zo’n scenario, kan ook de dollar naar een lagere versnelling schakelen. Ook voorwaardelijke wijs. Aan EUR/USD 1.05 blijft het beeld voor de EUR/USD combinatie fragiel. Reality check morgen 14.30u.