Zwitserse frank corrigeert na SNB-pauze
Door de inflatie aan beleidsbeslissingen eind vorige week bleef de Zwitserse centrale bank (SNB) onder de radar. Ze buigt zich nochtans maar vier keer per jaar over het beleid. De SNB hield de beleidsrente onveranderd nadat ze die sinds juni vorig jaar optrok van -0.75% tot 1.75%. In juni suggereerde voorzitter Jordan dat een bijkomende renteverhoging nodig was, maar die orthodoxe laatste stap tot 2% kwam er voorlopig niet.
In tegenstelling tot veel andere centrale banken staat de SNB niet onder druk om haar inflatiegeloofwaardigheid te bewijzen. Inflatie bedroeg in augustus 1.6%; binnen de 0%-2% band die ze nastreeft. De pauze was ingegeven door een iets lager inflatiepad vergeleken met juni. De SNB verwacht inflatie eind dit jaar op 2%. Voor 2024 gaat ze uit van een gemiddelde inflatie van 2.2% maar met een vertraging in de tweede jaarhelft. In 2025 daalt de inflatie met 1.9% opnieuw beneden het plafond van 2%. De groei staat onder druk. Voor 2023 verwacht de SNB amper 1%. De economie draait nog iets boven haar capaciteitsbezetting, maar die overbenutting normaliseert. Jordan benadrukte dat de inflatiedynamiek en niet de groei het beleid bepaalt. Gezien de krappe marge in de inflatievoorspelling en opwaartse inflatierisico’s, behoudt SNB de optie van een verhoging. Ze blijft ook bereid in de wisselmarkt te interveniëren via de aankoop van CHF als dat nodig is om het monetaire beleid te versterken.
Daarmee belanden we aan bij de rol van de frank in het SNB beleid. De sterke munt hielp de inflatie op het huidige lage niveau te houden. Vraag is hoeveel je van de munt mag verwachten. Hier viel ons op dat de SNB naast lagere groei, ook de lagere externe inflatie vermeldde bij de verlaging van het inflatiepad. Het is te kort door de bocht om te concluderen dat de sterke CHF de directe reden was voor de pauze. We kunnen ons wel inbeelden dat voor de SNB de sterke frank (meer) dan zijn deel heeft gedaan om de inflatie onder controle te houden. Een beperkte correctie geeft wat ademruimte aan de verwerkende nijverheid en is geen probleem voor de SNB. We verwachten niet dat ze onmiddellijk tot bijkomende wisselkoersinterventies zal overgaan. Dat is mogelijk pas aan de orde als de frank “verzwakt” tot niveaus van begin dit jaar (EUR/CHF 1.00/1.01). CHF ‘geniet’ momenteel van een marginaal positieve reële beleidsrente. Zeker in een context van globale aantrekkende reële rentes houden we nog steeds rekening met een laatste SNB-verhoging tot 2%.
Traditioneel speelt CHF een rol als veilige haven in tijden van financiële onrust. Risico-activa kregen recent steeds meer tegenwind. Tegen de dollar kan de frank niet op. In de nabijheid van de eurozone kan CHF die rol iets gemakkelijker vervullen. In dit verband houden we onder meer de intra-EMU kredietrisicopremies in het oog. Hogere risicopremies voor landen als Italië kunnen er toe leiden dat kapitaal even zekerheid zoekt aan de rand van de eurozone. Vanuit technisch oogpunt dient EUR/CHF 0.9842 zich aan als een eerste technische weerstand/steun voor de frank. Een correctie, maar voorlopig ook niet meer dan dat.