Pond betaalt de prijs van inflatievoorschot BoE
Twee centrale banken gingen gisteren tegen de “hoger voor (veel) langer” verhaallijn in. De Zwitserse centrale bank (SNB) en de Bank of England (BoE) hielden de rente onveranderd op respectievelijk 1.75% en 5.25%. Met inflatie van 1.6% en een sterke CHF heeft de SNB manoeuvreerruimte. De BoE heeft die vrijheidsgraden niet, maar waagde het ook om uit het monetaire gelid te treden. Het pond heeft het geweten.
Na 14 opeenvolgende renteverhogingen hielden Bailey en co de rente dus stabiel. In een 5-4 stemming gaf de stem van voorzitter Bailey de doorslag. Opnieuw een voorbeeld van Bailey’s marktreputatie als ‘unreliable boyfriend’? Het is maar hoe je het bekijkt. Tot voor kort was zijn analyse inderdaad dat het prioritair was om de inflatie snel terug te dringen. Tegelijk gaf de BoE al een tijd een ambigu signaal over verdere verstrakking. Hoewel inflatie nog mijlenver van de 2%-doelstelling verwijderd was/is, waren verdere verhogingen conditioneel aan een scenario waar de inflatie minder snel afkoelde dan waar de BoE rekening mee hield. Tot juli was er weinig discussie. De inflatie vertraagde veel te traag om een rentepauze te verantwoorden. In een hoorzitting voor het parlement eerder deze maand klonk Bailey optimistisch dat inflatie vanaf nu wel snel zou afkoelen. De lager dan verwachte inflatiecijfers voor augustus (headline 0.3% m/m & 6.7% j/j, kern 6.7% van 6.9%), gaven de monetaire duiven binnen het comité het gedroomde argument om de ‘onveranderd-goal’ binnen te koppen. Voor hen bleek Bailey alvast wel een ‘reliable boyfriend’. In haar argumentatie ziet de BoE recent nog een aantal ontwikkelingen (lagere groei, eerste schuchtere tekenen van afkoeling in de arbeidsmarkt) die de inflatiedaling kunnen bestendigen. Onverwacht hogere lonen worden als niet consistent met andere data van de tafel geveegd. In de visie van de BoE verandert ook de hogere olieprijs de neerwaartse inflatiedynamiek niet ten gronde. Een selectieve lezing van de feiten? Time will tell. De conclusie luidt dat het monetair beleid (tot nader bericht) voldoende restrictief is.
De (niet-)actie van de BoE gisteren bevestigt het gevoel dat groei naast inflatiebestrijding een sterke secundaire doelstelling is. De BoE bevindt zich nog steeds in data-afhankelijke modus. We zijn dan ook benieuwd of de vijf BoE-leden die nu stemden voor een pauze, op hun stappen terugkomen wanneer de inflatiecijfers een van de volgende maanden opnieuw boven de verwachting uitkomen. De markt ziet alvast nog maar een 50-50 kans op een bijkomende laatste verhoging met 25 bpn. De tactiek van de BoE om te anticiperen op een ‘automatische’ daling van de inflatie staat in schril contrast met de aanpak van bijvoorbeeld de Fed. Die wil inflatie indijken via een aanzienlijke positieve reële rente. Dat maakt het pond - een relatief kleine, minder liquide munt van een land met een structureel extern tekort - kwetsbaar, zeker in een risk-off context. Een zwak PMI-vertrouwen zette sterling vanmorgen verder onder druk. EUR/GBP nadert de top van de 0.8493/0.8701 handelsband. Bij een breuk is 0.8875 de volgende referentie op de technische grafieken.