Reserve Bank of Australia: wait and see
Vandaag hield de Reserve Bank of Australia (RBA) de rente voor de derde keer op rij onveranderd (4.1%). In april laste ze al even een pauze in om in mei en juni vast te stellen dat inflatie koppiger was dan gehoopt en de rente daardoor opnieuw met 25 bpn verhoogde. Ook nu sluit de RBA een verhoging niet uit om inflatie snel genoeg naar de 2-3%-doelstelling te brengen. Volgens de RBA wordt die pas bereikt laat in 2025.
Ondertussen vond de Australische economie wel een beter evenwicht tussen vraag en aanbod. Dat laat toe om de kat uit de boom te kijken. De algemene inflatie daalt gestaag (4.9% in juli), maar toch is en blijft ze nog wel even te hoog, ook al omdat de arbeidsmarkt krap blijft. De RBA wijst op een reeks onzekerheden voor toekomstige inflatie. Zo is onduidelijk hoe de lonen (en prijszetting van bedrijven) zullen evolueren in een context waar de groei vertraagt maar de arbeidsmarkt krap blijft. Als de productiviteit niet verbetert, compliceert dat de inflatiedaling.
Voor de markt zijn deze nuances niet echt van tel. Er wordt een kans van minder dan 20% verdisconteerd op een bijkomende verhoging. De Australische dollar hapt nog steeds naar adem. Dat heeft naast de ‘softe’ marktinschatting over het RBA-beleid ook te maken met de groeionzekerheid in China, de grootste klant van Australische grondstoffen. Bovendien is een context van verkrappende globale monetaire condities niet in het voordeel van een kleinere munt met een cyclisch profiel zoals de Aussie dollar. Een terugval van AUD/USD richting het dieptepunt van 0.6170 van vorig jaar blijft een reële optie. Echt beterschap is waarschijnlijk past te verwachten wanneer de globale verkrapping onder leiding van de Fed achter ons ligt.
De RBA is niet de enige die deze week beslist over de rente. Morgen is ook de Bank of Canada (BoC) aan zet. Op de markt leeft het gevoel dat de monetaire cyclus er zo goed als opzit. Ook van de BoC wordt een status quo verwacht (5.0%). Indien de top in de rentecyclus bereikt is, is de volgende vraag in de marktlogica uiteraard naar de timing van de eerste renteverlaging. De waarschuwing van centrale bankiers dat de rente nog kan worden verhoogd, wordt slechts gezien als een pro-forma toevoeging om zich in te dekken tegen ‘tijdelijke opstootjes’ in de neerwaartse inflatietrend. In Centraal-Europa is morgen de Poolse centrale bank aan zet. De markt houdt er serieus rekening mee dat de rente daar voor de eerste keer kan worden verlaagd na een rentepauze van een jaar (beleidsrente nu 6.75%). Een voorschot op een verhoopte verderzetting van de neerwaartse inflatietrend, ook al bedroeg de inflatie in juli nog 10.1%.
In dit verband toch nog even een bijkomend uitstapje in onze ietwat willekeurig wereldreis. Ook de Koreaanse centrale bank houdt al sinds januari de beleidsrente onveranderd op 3.5%. Ook daar was het gevoel dat het werk er waarschijnlijk op zat en dat de focus kon verschuiven van inflatie naar groei en de timing van de eerste renteverlaging. Dat werd vanmorgen alvast stevig in vraag gesteld. De inflatie veerde onverwacht op met 1.0% M/M, onder meer door de nieuwe stijging van olie-/energie- en voedselprijzen. De jaarinflatie steeg van 2.3% tot 3.4%. De inflatiedynamiek in individuele landen loopt, gezien specifieke maatregelen, zeer asynchroon. Met een olieprijs die ondertussen opnieuw flirt met de $90 p/vat zijn we wel op onze hoede dat het neerwaartse inflatiepad mogelijk minder rechtlijnig verloopt dan velen hopen.