CNB rolt het vangnet onder CZK weer op
Het was de Tsjechische centrale bank, niet de Bank of England, die gisteren in de schijnwerpers stond. Dat zeggen we op basis van de beweging in de respectievelijke munten. Waar het pond mak reageerde op de beslissing van de BoE (+25 bpn tot 5.25%), schoffelde de CNB de Tsjechische kroon onderuit. EUR/CZK trok in één rechte lijn door van <24 richting 24.24, een nieuwe jaartop. De munt mag de technische goden dankbaar zijn. EUR/CZK botst op weerstand aan de bovenzijde van het opwaarts hellende handelskanaal. Het verhindert voorlopig eventuele vervolgverliezen.
De Tsjechische centrale bank betrad vorig jaar voor het eerst sinds lang de wisselmarkt. Eerst in maart, in navolging van de Russische invasie in Oekraïne. Die zette de Tsjechische kroon samen met andere Centraal-Europese munten onder druk. De centrale bank greep in omdat de snel verzwakkende munt haar inspanningen tegen inflatie dreigde te ondermijnen. Om dezelfde reden deed ze dat opnieuw in mei. De oorzaak voor de plotse CZK-depreciatie toen was het nieuws dat toenmalig gouverneur Rusnok, een havik pur sang, de fakkel zou overdragen aan de als monetaire duif geboekstaafde Michl. Sindsdien maakten (de dreiging van) wisselkoersinterventies ook actief onderdeel uit van de CNB-gereedschapskist. Maar omdat de centrale bank het instrument al sinds oktober niet meer gebruikte, mag het terug op stal, zo maakte ze gisteren wereldkundig.
In de praktijk verandert er eigenlijk dus niks. Van waar komt dan die abrupte CZK-verzwakking? In eerste instantie is het een Pavlov-reactie. De constante interventiedreiging fungeerde als een vangnet voor de kroon waar de markt omwille van de bijzonder grote deviezenreserves van de CNB maar beter niet tegen inging. Dat verdwijnt nu. Met één pennenstreek is de kroon kwetsbaarder voor schokken allerhande. Het verloop van de kroon zal waarschijnlijk ook opnieuw sterker gecorreleerd zijn met de munten van de Centraal-Europese buren.
Het draait verder om verwachtingen en anticipatie. Met de beslissing zet de CNB een stapje in de richting van beleidsversoepeling; een eerste mijlpaal op een traject dat uiteindelijk uitmondt in renteverlagingen. Zo ver is de CNB voor alle duidelijkheid nog niet. Een beleidsmaker hier en daar maakte de afgelopen weken een opening voor het debat maar in de officiële communicatie gaat de CNB steevast in tegen de “te optimistische” marktverwachtingen voor renteverlagingen vanaf september. Dat was gisteren trouwens niet anders. Inflatie, ook al koelt die af, laat dat op een niveau van 9.7% (junicijfers) niet toe, zo klinkt het. Het zet op die manier ook haar eigen modelmatige voorspellingen buitenspel. De CNB voelt zich niet comfortabel bij de rooskleurige inschatting van inflatie in 2024 en 2025 van resp. 2.1% en 1.7%. KBC Economics gaat uit van 2.6% en 2.9%. Bij het zetten van de rente houdt de centrale bank dan ook rekening met alternatieve scenario’s en opwaartse inflatierisico’s. Die verantwoorden een langer piekende beleidsrente.
We verwachten dat het interne debat over renteverlagingen ten vroegste op de septembervergadering start. De daad bij het woord volgt wellicht in 2023kw4 (-50 bpn) maar de kans op uitstel tot begin 2024 is reëel omwille van de forse CZK-verzwakking. Zelfs in geval van een snelle stabilisatie na de huidige verliezen, handelt de kroon nu al kortbij de niveaus die de CNB pas voor eind dit jaar in de tabellen heeft staan. Dat op zich houdt ook versoepeling in.