Britse inflatie, rente…en vooral pond lager
Het mag al eens meezitten. Na vier opwaartse verrassingen, vertraagde de Britse inflatie in juni iets meer dan verwacht. Opluchting in Threadneedle Street. BoE-voorzitter Bailey kondigde immers al lang aan dat de inflatie vanaf de lente snel kon afkoelen. Toegegeven de zwaluwen waren laat dit jaar. Ook in Downing Street 10 is het bestrijden van de koopkrachtcrisis topprioriteit in de aanloop naar de verkiezingen volgend jaar. Succes heeft veel vaders. Vraag blijft of het kind de hoge verwachtingen ook later dit jaar kan inlossen. Premier Sunak maakte er begin dit jaar een punt van om de inflatie tegen eind dit jaar te halveren tot 5%.
Eerst de feiten. De algemene inflatie koelde af tot 0.1% m/m en 7.9% j/j. De kerninflatie vertraagde tot 6.9% j/j van 7.1% in mei. Zoals in veel landen daalden de goederenprijzen (-0.2% m/m tot 8.5% j/j). Prijzen voor diensten stegen met 0.5% op maandbasis (7.2% j/j) en blijven kort bij de cyclische top (7.4% in mei). Loonstijgingen zetten in mei een nieuwe top zetten (7.3%). Die hogere lonen zullen nog een hele tijd verder doorsijpelen naar de eindconsument.
Toch was de reactie op de Britse obligatiemarkten gisteren euforisch. De 2-j rente daalde bijna 20 bpn en nestelt zich opnieuw beneden 5%. De marktverwachting over de top in de beleidsrente (momenteel 5%) dook verder omlaag. Twee weken geleden stond de verwachting op 6.5%. Ondertussen is dat teruggebracht tot 5.75%. De markt twijfelt er zelfs aan of Bailey en Co begin augustus met 50 dan wel met 25 bpn zullen verhogen. In juni kon ze niet anders dan opschakelen naar 50 bpn. Als je al lang achter de feiten aanloopt, grijp je als centrale bank best de kans om je inflatiegeloofwaardigheid wat aan te scherpen, ook al is er binnen de BoE al lang een onderstroom die pleit om de groei niet nodeloos af te remmen. Volgens ons zal de nieuwe stap met 50 bpn er komen. De BoE beschikt over een nieuwe economische update en kan voor het najaar met een ‘wait-and-see/data-afhankelijke’ boodschap komen, hoewel er in het VK nog veel meer werk aan de winkel is dan in de meeste andere geïndustrialiseerde economieën.
In deze rente/inflatiecyclus bleek al meermaals dat de munt de prijs betaalt voor een beleid (of toch minstens de perceptie van) dat niet meer doet dan het strikte minimum. Zelfs als de inflatie eind dit jaar terugvalt tot in de buurt van 5%, dan nog is de reële beleidsrente nauwelijks positief. Het pond profiteerde de voorbije maanden al maar matig van de ‘geforceerde rentesteun’. EUR/GBP ging eerder deze maand na het arbeidsmarktrapport even richting 0.85, maar na de renteduik gisteren schrijven we alweer 0.8675. Een volgehouden breuk boven 0.8658 ondermijnt verder het technisch beeld voor het pond. We blijven sceptisch. Ofwel volgt de BoE de weg van de geleidelijkheid en ontbeert het pond de nodige (reële) rentesteun. Het VK blijft immers een tekortland. Internationale investeerders willen ‘iets’ om dat tekort te financieren. Ofwel staat de BoE fors op de (inflatie)rem, maar dan maakt de markt zich snel zorgen over een recessie en de impact op de financiën van gezinnen en de overheid, die vaak gevoelig zijn voor hogere korte rentes. Een volgende doelzone voor EUR/GBP dient zich aan nabij 0.874 (50% correctie sinds top begin dit jaar).