De Norges Bank met de versnelling
Centrale bankiers moeten vandaag vol aan de bak. Deze namiddag gaat de aandacht voornamelijk uit naar het Britse dilemma. Op hetzelfde moment steekt de Turkse centrale bank de koppen bij elkaar, al dan niet onder het moto nieuwe bazen, nieuwe wetten. Deze morgen passeerden de Zwitsers al de revue met in hun zog de Noren. Die laatste nemen we hier onder de loep.
Oslo laste begin dit jaar een tussenstop in de opgaande rentecyclus in. In maart kwam de centrale bank daarop terug. De Norges Bank verhoogde de rente opnieuw met 25 bpn en deed dat nog eens in mei. Vanmorgen drukt ze de rempedaal wat harder in: +50 bpn van 3.25% tot 3.75%. Dat was meer dan wat de markt verwachtte en gaat ook voorbij aan de inschatting van de centrale bank zelf. In mei klonk het bedeesd dat de rente binnenkort nog wat hoger kon, maar dat 3.5% wellicht de piek betekende. De Norges Bank kiest vandaag voor een duidelijker signaal en stelt behalve een renteverhoging in augustus een hogere beleidspiek van 4.25% voorop.
De openingsparagraaf van de begeleidende verklaring somt het netjes op: “Inflatie ligt duidelijk boven de doelstelling. Loongroei zal hoger zijn dan in 2022. Activiteit blijft hoog door de aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt, maar de druk op de Noorse economie vermindert.” Prijzen in mei stegen aanzienlijk meer dan verwacht en de centrale bank vreest voor het risico dat loonprijsspiraal heet. De belangrijkste inflatiemaatstaf klom naar een nieuw record van 6.7%. Het zadelde de Norges Bank met een kater op. In haar toen meest recente voorspellingen ging ze uit van “slechts” 6%. De Norges Bank deed haar huiswerk opnieuw en trekt de inflatieverwachtingen voor dit jaar op tot 6.3% (+0.7 ppt). De periode 2024-2026 krijgt eveneens een opwaartse herziening. Inflatie aan het einde van de beleidshorizon blijft hoger dan de 2%-doelstelling. Dat impliceert géén manoeuvreerruimte voor renteverlagingen op korte termijn (< 1 jaar) en weinig op de middellange termijn. U weet het ondertussen, hoog voor langer. De Norges Bank verwacht een gemiddelde beleidsrente in 2024 van 4.1%. In 2026 is dat nog steeds 3.1%.
De Noorse kroon speelde zeker en vast mee in de beslissing van vandaag. De munt handelde een pak zwakker dan verwacht. In het vorige, lage-inflatietijdperk was de centrale bank hier blij mee. Vandaag is dat anders. De Norges Bank verlaagt noodgedwongen de NOK-vooruitzichten. Wil de handelsgewogen munt (gebaseerd op de import uit 44 handelspartners) de voorspelling voor dit jaar halen, dan moet ze stabiliseren rond de huidige niveaus. Voor EUR/NOK specifiek komt dit neer op ruwweg 11.50. Zelfs met de appreciatie na de beleidsbeslissing vandaag komt de kroon echter amper in de buurt. De centrale bank geeft in de verklaring voor de belabberde NOK-prestatie zelf al deels aan hoe dat komt. Het renteverschil met het buitenland, meer bepaald Europa/Duitsland, is laag. Zolang de ECB blijft doorgaan – ook hier is 4.25% niet uitgesloten, dixit Wunsch – wacht de Noorse kroon een moeilijk parcours.