Canada (en Australië) gidsland?
Na de forse beleidsverstrakking het voorbije jaar zoeken centrale bankiers en investeerders nu uit wanneer de beleidsrente een niveau bereikt dat garant staat om inflatie blijvend naar de 2%- doelstelling te brengen. Tot voor kort hanteerde markt de werkhypothese dat een pauze waarschijnlijk het einde van de cyclus inluidt. De volgende vraag is dan wanneer de eerste renteverlaging volgt. Die hypothese is deze week empirisch bij het groot huisvuil gezet.
Eerder deze week trok de Australische centrale bank (RBA) na een pauze de rente voor de tweede keer verder op. Gisteren maakte ook de Bank of Canada (BoC) de doorstart. Na januari werd de beleidsrente ‘bevroren’ op 4.50%. Even uitkijken of de gedane inspanning inflatie intoomde. Quod non. De BoC verhoogde opnieuw met 25 bpn (tot 4.75%). Helemaal onverwacht kwam de beslissing niet, maar de meerderheid van de analisten zag de studiefase nog wat langer duren, zeker nu ook de Fed het pauze-idee stevig omarmt.
De verantwoording van de beleidsbocht is mooi in haar eenvoud en rechtlijnigheid. De Canadese economie blijft sterker dan verwacht (3.1% groei in kw1). Vooral de vraag naar diensten herstelt verder, maar dat geldt ook voor rentegevoelige items in de bestedingskorf. Zelfs de huizenmarkt toont tekenen van herstel. De arbeidsmarkt blijft uiterst krap. Samengevat: de economische vraag blijft het aanbod overtreffen. In theorie zorgt dit voor prijsdruk en de feiten bevestigen dat. In april steeg inflatie opnieuw (4.4%). Zelfs als de BoC rekening houdt met de lagere energieprijzen nestelt de kerninflatie zich tussen 3.5-4.0%. Een terugkeer tot 2.0% blijft een verre fata morgana. De Canadese (geld)markten begrepen de boodschap. Nog eens 25 bpn in juli of september is zo goed als zeker. De kans op meer is reëel (50%).
De BoC-beslissing heeft in de eerste plaats betrekking op Canada. Toch kan de analyse mits enkele nuances gekopieerd worden naar veel andere ontwikkelde economieën. Normaal zet de Fed de toon. Of waait ook de Canadese monetaire rook deze keer over naar de VS? De Amerikaanse rentes sprongen alvast tot 13.5 bpn op. Europa en het VK liggen meer uit de windrichting (plus 8-9 bpn).
Vorige week zette de Fed bij monde van gouverneurs Jefferson en Harker het idee van een pauze stevig in de markt. Als ze zich alsnog bedenkt of volgende week al direct wil schakelen naar een doorstart in juli, moeten Powell en Co alvast niet veel studiewerk meer verrichten. In haar beschrijving van de internationale context neemt de BoC akte van de blijvende sterkte van de Amerikaanse consument en de sterke arbeidsmarkt. De financiële condities evolueren ook opnieuw naar de toestand van vóór de turbulentie rond SVB in de VS (en Credit Suisse in Europa). De vrees van Fed-voorzitter Powell dat de opstoot van onzekerheid de economie richting recessie dreigde te duwen, is op zijn minst voorbarig. De markten hebben het al een hele tijd moeilijk om zich te verzoenen met de idee van een hogere rente voor een langere periode. De BoC timmerde alvast stevig mee om het ingang te doen vinden.
Nog even kort terug naar de Canadese dollar. De won uiteraard na de renteverhoging, maar de winst blijft beperkt omdat de rentes ook buiten Canada opveerden. USD/CAD nadert de belangrijke steun 1.33/32. In de mate dat ‘higher for longer’ de twijfel over de globale groei smeulende houdt (cf grondstoffen), zijn vervolgwinsten voor munten met een cyclisch profiel zoals de ‘loonie’ niet zo evident.