Iedereen vooruit; BoE aarzelt?
Gisteren meldden we hoe een aantal ECB-tenoren (‘haviken’) hun communicatie in sneltreinvaart bijstellen en de deur openzetten voor een eerste ECB-renteverhoging in juli. We moeten er vandaag op terugkomen. Niet enkel de ECB maar een hele reeks monetaire toppers gaven gisteren aan dat de tijd van afwachten voorbij is en dat ze zich voorbereiden om een forse tand bij te steken in hun anti-inflatiecampagne. Verschillende gouverneurs bevinden zich nog in Washington in de nasleep van de lentevergadering van de Wereldbank en je kreeg zowaar de indruk dat ze de koppen hadden bijeen gestoken om met een gecoördineerd communicatie-offensief uit te pakken. Fed-voorzitter Powell was duidelijk. De volgende renteverhogingen zijn er van (minstens?!) 50 bpn. Meer en sneller is ook het voorwerp van debat in Canada. Voor BoC-voorzitter Tiff Macklem ligt na de inflatie-opstoot in maart (6.7%) het debat over een stap van 75 bpn volop open. ECB-voorzitster Lagarde hield het erbij dat de beslissing over de start en het tempo van de normalisatie zal volgen na analyse van de data op de junivergadering. Omdat de inflatievooruitzichten fors moeten worden opgetrokken, zegt dat natuurlijk ook iets over de ‘onvermijdelijke’ conclusie. Lagarde spreekt straks nog en kan dus nog concreter worden. Naast het officiële circuit zijn er natuurlijk ook nog de wandelgangen. Zo meldde economisch mediabedrijf Econostream op basis van ‘bronnen’ dat sommige ECB-gouverneurs het debat over rentestappen van 50 bpn willen openen. De geruchten droegen alleen maar bij tot de al verhitte sfeer op de rentemarkt. De Europese korte rentes stegen tot 15 bpn, de Amerikaanse tot 10 bpn. De trend zet zich vanmorgen verder.
Binnen de Bank of England (BoE) woedt ondertussen intern debat over hoe inflatie te bestrijden in een context van snel verzwakkende groeiverwachtingen. Raadslid Catherine Mann, nochtans een gematigd profiel binnen de BoE, pleitte om grotere stappen dan de traditionele 25 bpn te overwegen, al was het maar om later minder te kunnen/moeten doen en de inflatieverwachtingen blijvend te verankeren. BoE-voorzitter Bailey trok opnieuw een genuanceerde kaart. De BoE staat voor het moeilijkste dilemma van de voorbije decennia. Hij geeft een groot gewicht aan de arbeidsmarkt. Die data bleven recent vrij goed. Ondank terughoudende communicatie op de maartvergadering gaat de rentcyclus in het VK tot nader bericht voort. Ook de Britse rentes ging gisteren fors hoger.
Het feit dat de BoE meer dan andere collega’s de aandacht verdeelt tussen groei/tewerkstelling enerzijds en inflatie anderzijds laat sporen na op de wisselmarkt. Gisteren vocht het pond nog terug na de commentaren van Mann, maar vanmorgen slaat de twijfel opnieuw toe na een onderkoeld consumentenvertrouwen (beneden het coronadieptepunt) en een forse duik van de kleinhandelsverkopen in maart (-1.1% M/M; -0.6% J/J). Ook het Britse PMI-vertrouwen daalt meer dan verwacht, vooral omwille van de binnenlandse georiënteerde dienstensector. De Britse rentes blijven achter en EUR/GBP veert op. Het ‘tweesporenbeleid’ van de BoE maakt het pond kwetsbaar voor slecht economisch nieuws. EUR/GBP 0.8250/0.8300 wordt een sterke steun. Vanuit technisch oogpunt is 0.8405 een tussenstop voor een mogelijke terugkeer naar de top van eind maart (0.8512).