BoC: status quo met een slag om de arm
De financiële markten zetten nu al een tijdje vol in op een lentepauze in de verstrakkingscyclus van de Fed. Maar of die er nu komt is momenteel eigenlijk niet aan de orde. Tot nader bericht houdt de strijd tegen inflatie aan. Pas op 3 mei weten we meer over het vervolgtraject van de Fed. De door voorzitter Powell veronderstelde tempering in de kredietverstrekking n.a.v. de financiële turbulentie zal daarbij cruciaal zijn. Wie sinds kort wél al aan de zijlijn vertoeft, is de Bank of Canada (BoC).
Ottawa hield woensdag voor de tweede beleidsvergadering op rij de rente onveranderd op 4.5%. Het status quo was verwacht. De afrol van de obligatieportefeuille opgebouwd met kwantitatieve versoepeling blijft op de achtergrond lopen. Op de piek (december 2021) had de portfolio een omvang van C$435 miljard. De BoC werkt niet met streefgetallen zoals bv. de $95 miljard/maand van de Fed. Ze houdt het simpel: alles wat op vervaldag komt, verdwijnt uit de portefeuille. Daardoor krimpt de hoeveelheid Canadese obligaties in bezit met maar liefst een derde tegen eind dit jaar.
De Bank of Canada houdt in de communicatie wel nog een slag om de arm: indien nodig trekt ze de beleidsrente alsnog verder op. Inflatie milderde in februari tot een nog steeds te hoge 5.2%. Engere maatstaven nestelden zich net beneden de 5%. De 2%-doelstelling zal pas eind 2024 gehaald worden (2.1% in kw4) en zelfs dat is volgens de BoC mogelijk te optimistisch. Ze haalt een aantal redenen aan waaronder de trage daling van de inflatieverwachtingen, de prijszetting door ondernemingen en hoog blijvende diensteninflatie en daarmee verbonden loongroei. Dat laatste is een rechtstreeks gevolg van de krappe arbeidsmarkt en houdt bovendien de binnenlandse consumptie voorlopig op peil.
Beleggers zijn niet onder de indruk van dat dreigement. Wij zijn er niet volledig van overtuigd maar volgens de Canadese geldmarkt behoren renteverhogingen definitief tot het verleden. De focus ligt nu op de tegenbeweging, die naar verwachting in december van start gaat. Dat is volgens BoC-voorzitter Macklem niet realistisch. De rente moet voor een langere tijd op een hoog niveau blijven: inflatie onder controle brengen kan enkel bij een periode van amechtige groei, klinkt het. De economie zal onder invloed van het krappe monetair beleid en een afkoelende buitenlandse vraag gedurende de rest van 2023 verder vertragen. Voor de tweede jaarhelft spreekt de BoC niet langer van een vraag- maar een aanbodoverschot. Vanaf 2024 trekt de economie naar verwachting weer gradueel aan om na twee jaar van ondermaatse groei opnieuw 2.5% aan te dikken in 2025.
De reactie van de Canadese dollar is niet eenduidig en op het moment van de beleidsvergadering in elk geval beperkt. Zoals bij de meeste USD-muntenparen zet de laatste tijd vooral de Amerikaanse dollar de toon. Die staat al sinds midden maart onder druk. Het bracht USD/CAD van 1.38 toen tot beneden 1.34 gisteren. Vanuit technisch oogpunt heeft de beweging op korte termijn ruimte tot de 1.322-zone. EUR/CAD houdt daarentegen zeer goed stand in een zijwaartse handelsband van ruwweg 1.46-1.49. De doortastende ECB-aanpak impliceert vooral een goede bescherming voor de benedenkant van dit kanaal.