Cijfers geven RBA vrijgeleide
Zo explosief als de eerste week van het jaar eindigde, zo rustig verloopt de tweede. Daar komt morgen met de publicatie van de Amerikaanse inflatiecijfers voor december (verwacht op 6.5% j/j komende van 7.1%) hopelijk wat verandering in. Maar tot dan zoeken we ons heil elders. In Australië bijvoorbeeld.
Down Under publiceerde vanmorgen enkele interessante cijfers die vlotjes de lat haalden. De omzet in de kleinhandel steeg in november een forse 1.4% m/m. Ook het cijfer voor de vorige maand werd opwaarts bijgesteld van -0.2% tot 0.4%. De verkopen stijgen nu al elf maanden op rij. Het wijst op de weerbaarheid van de Australische consument. Die biedt dankzij een historisch sterke arbeidsmarkt goed het hoofd aan de opgelopen rentes en snijdende inflatie. Dat laatste kwam opnieuw tot uiting in de maandelijkse reeks die het Australisch statistisch bureau vanmorgen vrijgaf. De prijzen stegen in november met 7.3% op jaarbasis. Dat is een versnelling t.o.v. de 6.9% in oktober en een koude douche voor zij die hoopten dat de disinflatie toen van start ging. Een uitgevlakte graadmeter – het getrimd gemiddelde – stijgt gestaag verder van 5.4% tot 5.6%.
Met deze cijfers heeft de Australische centrale bank (RBA) de handen vrij om de rente op 7 februari opnieuw te verhogen. Op de laatste drie bijeenkomsten schakelde ze met stapjes van 25 bpn nadat ze dat vier keer met het dubbele deed. De RBA gaf in december aan dat ze met de huidige 3.1% het eindstation nog niet bereikte. Maar de laatste haltes zijn naar eigen zeggen moeilijk te voorspellen. Veel hangt af van het economisch plaatje, en dan vooral de arbeidsmarkt, en de evolutie van inflatie. Het novembercijfer ligt alvast in lijn met de +/- 8% die de RBA voor eind 2022 verwacht.
De Australische geldmarkt ziet de piek van de beleidsrente net beneden 4%. Dat veranderde niet na de sterke cijfers van deze morgen. Ze blijft desondanks wel in dubio over een nieuwe rentestap met 25 bpn in februari. Ze dicht het een 2/3e kans toe. Dat tempert meteen het enthousiasme van de Australische dollar voor vandaag. AUD/USD waagt zich aan een nieuwe maar weinig overtuigende poging om de kaap van 0.69 te ronden. In een iets langer perspectief deed het koppel het de afgelopen maanden niet zo slecht. AUD/USD noteerde midden oktober nog aan de zwakste niveaus sinds de Coviduitbraak in 2020 rond 0.62. Dat herstel is voor een deel het gevolg van algemene USD-zwakte. Recent bespeuren we echter ook een vleugje AUD-sterkte (cfr. EUR/AUD). De aanleiding daarvoor is het algemeen optimisme en hoop op beterschap in China. De afschaffing van de strenge coronaregels en steunmaatregelen voor onder meer de vastgoedsector voeden de hoop dat het land economisch beter stand zal houden dan gevreesd. Dat is belangrijk voor Australië, voor wie China een grote afzetmarkt is van onder meer ijzer en binnenkort misschien opnieuw kolen. Omdat Australië daardoor iets meer afgeschermd is van wat er zich afspeelt in de rest van de wereld, vaart de Australische dollar een iets meer onafhankelijker koers t.o.v. zijn Amerikaanse naamgenoot dan pakweg de euro. Toch denken we dat het resterend opwaarts potentieel van AUD/USD op korte termijn beperkt is. Dat is in hoofdzaak ingegeven door de volgens ons te felle depreciatie van de Amerikaanse munt. Vanuit technisch oogpunt kan de beweging in eerste instantie nog richting 0.7089 (50%-herstelbeweging op de 2021-2022 daling.