Payrolls breken met rist teleurstellingen
Het Amerikaanse tewerkstellingsrapport (payrolls) van vorige week vrijdag maakte komaf met de reeks teleurstellingen in de aanloop daar naartoe. De jobcreatie in maart liep op tot 236k t.o.v. de 230k verwacht. De werkloosheidsgraad zette onverwacht een stapje terug tot het laagste niveau in vijf decennia op 3.5%. De participatiegraad stagneerde tijdens 2022 op ongeveer 62.2% maar steeg ondertussen al voor een vierde maand op rij tot 62.6%. Dat is het hoogste peil sinds maart 2020. De lonen kwamen gemiddeld met de verwachte 0.3% m/m bij. Vergeleken met maart vorig jaar verdient Joe Sixpack nu 4.2% meer.
De Amerikaanse obligatiemarkten hielden als een van de weinigen de deuren afgelopen vrijdag open, weliswaar voor een halve dag. Het korte eind van de curve recupereerde net geen 15 basispunten van de oplawaai eerder die week met uitlopers tot na het paasweekend. Gisteren kwamen er tijdens een nieuwsarme handelsdag nog enkele basispunten bij. De Europese rentemarkten heropenen vanmorgen voor de eerste keer sinds donderdag. Duitse rentes doen er in de inhaalbeweging tussen 5 en 10 basispunten bij. U mag dat gerust veel vinden gezien de relatief beperkte omvang van de verrassing. De reactie legt het marktdenken bloot. In navolging van het ISM-bedrijfsvertrouwen, het aantal openstaande vacatures en het officieuze tewerkstellingsrapport van loonstrookjesverwerker ADP was er een (te) grote eensgezindheid over een nieuwe tegenvaller. Zich laten meeslepen door de waan van de dag is niet zonder risico. Het is voorbarig om op basis van één maand aan cijfers conclusies te trekken. Dat is al zeker zo als die mogelijk nog eens vertekend zijn door het tumult op de financiële markten van midden maart. De bevestiging al dan niet volgt pas in de komende maanden. Tot dan blijft de vaststelling van een weerbare Amerikaanse economie en vooral arbeidsmarkt.
Dit verhindert de snelle terugkeer van inflatie richting de 2%-doelstelling. Een nieuwe update hierover volgt morgen. De algemene inflatie mildert naar verwachting van 6% tot 5.1%. Maar de onderliggende reeks (ex. voeding en energie) zal dankzij een stevig verwachte maanddynamiek (0.4%) mogelijk voor een eerste keer sinds september opnieuw versnellen tot 5.6%. Die stijging is veel meer symbolisch dan materieel (+0.1 ppt). Het wijst vooral op de nog lange weg voor de Federal Reserve en de ongegrondheid van de ruwweg 75 bpn aan renteverlagingen die de markt verdisconteert tegen jaareinde. Met de wijsheid van achteraf vrezen we dat beiden zich iets té veel lieten opjagen door de Silicon Valley Bank-ontwikkelingen. Hoe groot de bezorgdheid bij de Fed was op dat moment lezen we eveneens morgen in de notulen van de maartvergadering. Met de start van het resultatenseizoen op vrijdag door enkele Amerikaanse grootbanken krijgen we input vanuit de betrokken sector zelf. Nog op vrijdag leveren de kleinhandelsverkopen en consumentenvertrouwen bijkomende info over de stand van zaken bij de Amerikaanse burger.
Voor wie dit allemaal wat veel “America first” is, geven we nog de halfjaarlijkse World Economic Outlook van het IMF mee om de horizonten te verruimen. Grasduinen in het bijzonder lijvige rapport kan vanaf vandaag. De instelling houdt deze week overigens samen met de Wereldbank haar jaarlijkse jamboree met het kruim uit het financieel en monetair landschap. Hun speeches vullen de eventuele leegtes deze week op.