Er zijn geen duiven meer …
Bij haar aantreden eind 2019 had Christine Lagarde de ambitie om post-Draghi als ‘wijze uil’ de controverse tussen duiven en haviken te overstijgen. Of ze daarin slaagde, laten we over aan meer ornithologisch geschoolde analisten. Die ornithologen vertellen wel dat allerlei (nieuwe) infecties de duivenpopulatie regelmatig decimeren. Blijkbaar houdt het inflatievirus nu ook stevig huis onder de Europese monetaire duiven.
De ECB verhoogde de richtinggevende depositorente rente met 50 bpn tot 2%. Tot daar niets verrassends. In haar communicatie was de ECB wel ongekend doortastend en concreet. Het monetaire beleid moet nog aanzienlijk restrictiever om de vraag te temperen en te vermijden dat inflatieverwachtingen zich op hoog niveau verankeren. Concreet: bijkomende verhogingen van 50 bpn zijn nog voor even de regel. Geruchten suggereerden zelfs dat een derde van de ECB-leden gisteren een stap van 75 bpn verkoos. Weinig duiven te bespeuren en geen balansoefening tussen groei en inflatie dus. Die laatste dreigt gedurende de hele beleidshorizon (tot 2025) boven de 2%-doelstelling post te vatten. Na 8.4% dit jaar schrijft de ECB volgend jaar nog steeds 6.3%, 3.4% in 2024 en 2.3% in 2025. In goede oude Bundesbank traditie is een forse groeivertraging geen voldoende reden om de inflatiekruistocht te milderen. De ECB karakteriseert de groeidip eind dit jaar/begin 2023 als mild. Toch was een verwachte groei van 0.5% voor 2023, 1.9% in 2024 en 1.8% in 2025 in een niet zo ver verleden vaak meer dan voldoende voor een monetaire aanmoedigingspremie. Nu wordt de rem stevig ingeduwd. The times, they are …
Naast blijvend hogere rentes en een por in de rug van de banken om via terugbetaling van TLTRO-financiering de liquiditeit in de markt te verminderen, zet de ECB een derde wapen in. In maart 2023 start de afbouw van de APP-portefeuille. Obligaties ter waarde van €15mld per maand worden op vervaldag niet geherinvesteerd. Ceteris paribus leidt dat tot minder liquiditeit en meer obligaties in de markt.
Woensdagavond was de markt niet onder de indruk van de nochtans duidelijke intenties van Powell en co. De marktbeweging post-ECB was wel stevig. Ook in termen van inflatiegeloofwaardigheid en slagkracht zette de ECB gisteren een inhaalbeweging in. De Duitse rentes sloten van 25 bpn (2-j) over 14 bpn (10-j) tot 4.5 bpn (30-j) hoger. Powell is vast een beetje jaloers. De Europese rentemarkt ziet een piek in de ECB beleidsrente boven 3% weer helemaal zitten. Door het verhoogde aanbod aan obligaties vernauwde de spread tussen de swaprente en de (Duitse) obligatierente. De relatieve schaarste/aantrekkelijkheid van die tot nu zo gegeerde obligaties neemt af. In een eerste reactie sprong ook EUR/USD even boven 1.07, maar dit feest was van korte duur. Een beetje meer geloofwaardigheid, ok. Maar daarom wordt de euro nog niet de nieuwe veilige haven. Beursverliezen van meer dan 3%, zowel in Europa als de VS, haalden de dollar opnieuw uit het slop. EUR/USD daalde wel tot nu 1.0640, maar blijft voorlopig nog boven het technisch kantelpunt van 1.0611 ( 38% correctie daling sinds begin 2021).