Amerikaanse rentecurve steeds meer invers
Wat actie en animo betreft hebben we ons op de tribunes van de rentemarkt dit jaar niet verveeld. Vorig jaar waren bewegingen van 10-15 basispunten steevast goed voor een commentaar van de analisten in de studio. Dit jaar meten we met een andere maatstaf. De Amerikaanse 2-j rente steeg van 0.70% begin dit jaar tot een top van 4.80% een tiental dagen geleden. De EMU 10-j swaprente startte nabij 0.3% tot een top van 3.40%, met een ‘counter’ van meer dan 125 basispunten tijdens de zomer. Sinds vorige maand en vooral na een softere Amerikaanse inflatie vorige week, zijn we opnieuw aan een stevige tegenbeweging toe. Zo corrigeert de EMU 10-j swaprente ongeveer 65 bpn. Ook dat verdient een commentaar vanuit de studio.
De analyse leunt dicht aan bij die van deze zomer. De markt grijpt terug naar het recept van tijdens en voor corona en weigert het idee op te geven dat de zogenaamde Fed/ECB put-optie volledig is ‘uitgeknockt’. De centrale banken kunnen het zich niet veroorloven om de groei fors af te remmen, laat staan een recessie te veroorzaken enkel om de inflatie in te tomen, zo luidt de redenering. Een aantal centrale bankiers (Reserve Bank of Australia, Bank of Canada, Centraal Europa) zijn al naar een lagere versnelling geschakeld. De Fed en zelfs de ECB overwegen een gelijkaardige ‘vertraging’ (tot 50 bpn). Als ze de rente toch nog (fors) verder verhogen, gaat de markt er vanuit dat ze op relatief korte termijn zullen worden gedwongen om terug te verlagen. Dat vertaalt zich in een fors inverse rentecurve, eerst en vooral in de VS, maar nu ook in Europa. De invertering van de Amerikaanse rentecurve (verschil tussen 10-j rente en 2-j rente) loopt ondertussen op tot meer dan 60 basispunten in het nadeel van die eerste. Het is sinds 1981 geleden dat die Amerikaanse rentecurve nog zo invers was. De markt is er blijkbaar wel heel zeker van dat we op een forse groeivertraging afstevenen waardoor de centrale banken, mogelijk ergens in de tweede helft van 2023, bakzeil zullen (moeten) halen.
De vraag van één miljoen blijft of iets minder hoge inflatie in de VS voorbode is van een echte trendomkeer. Er zijn inderdaad tekenen dat de inflatiedynamiek mogelijk uittopt. Belangrijker is de vraag of de inflatie ook relatief snel en blijvend terugkeert naar de 2%-doelstelling. Hier vinden we de marktherpositionering op zijn minst optimistisch. Zoals in de goede oude tijd gaan de markten ervan uit dat centrale banken volgend jaar groei opnieuw prioriteit kunnen geven boven inflatie. Dat dachten ze begin augustus ook. Met de renteverwachtingen voor de piek in de Fed- en ECB-rente opnieuw beneden respectievelijk 5.0% en 3.0%, gaat het waarschijnlijk nog een hele tijd duren voor we een positieve reële beleidsrente hebben die nodig is om de inflatie echt in de kiem te smoren. Met deze gedachte in het achterhoofd blijft de kans op een nieuwe renteopsprong zoals na augustus groot.
Volgende vraag is: wanneer? Eens te meer geldt de marktwijsheid om niet naar een vallend mes te grijpen. De markt interpreteert de data voorlopig steevast in het hierboven beschreven kader. Met investeerders die stilaan de posities afsluiten naar het jaareinde en in minder liquide markten, kan een directionele ommekeer nog even uitblijven. Uitstel is echter geen afstel. De 10-j EMU swaprente test op dit ogenblik een belangrijke steun in de buurt van 2.70% (38% tegenbeweging aug/okt). Als die zone prijsgeeft is 2.50% een volgende referentie. Voor de korte rentes is de correctie minder uitgesproken. De 2-j swaprente bevindt zich nabij 2.85% (tov een top van 3.15%). Hier vormen de niveaus van 2.64 & 2.50 een belangrijke steun).