Fed geeft markten steeds meer gelijk
De Fed hield de doelzone voor de Fed-fundsrente gisteren zoals verwacht op 2.25/2.50%. Toch is er veel veranderd. Wie de communicatie na de vergadering van gisteren vergelijkt met die van december moet concluderen dat we in een volledig nieuwe monetaire context zijn aanbeland.
In december maakte vooral de markt zich ongerust over de (globale) groei. De beurzen namen een flinke duik. De Fed was er toen nog vrij gerust in. De economie bleef het in 2018 goed doen. Niets stond Powell en Co in om de normalisatiecyclus al stop te zetten. Er zouden dit jaar nog twee renteverhogingen komen en nog één volgend jaar. De markt was daar niet gelukkig mee. Ze vreesde dat de Fed de economie te veel ademruimte dreigde te ontnemen. In januari schoof de Fed al een heel stuk op in de richting van de markt. Er was geen haast meer bij om de rente verder te verhogen. Gematigde inflatie gaf de Fed alle tijd om de kat uit te boom te kijken. Geduld was het nieuwe codewoord. De markt had ondertussen al lang haar conclusie getrokken. De monetaire verstrakkingscyclus was voorbij. Ze verdisconteerde een renteverlaging in 2020. Niemand verwachtte dat de Fed zich gisteren bij die marktvisie zou aansluiten, wat wel gebeurde. De nieuwe vooruitzichten en vooral de toon van de persconferentie geven spraken boekdoelen. De groeiverwachting wordt dit jaar neerwaarts bijgesteld tot 2.1%. De werkloosheid blijft laag, maar de Fed ziet geen verbetering meer, zelfs een kleine stijging. Last but not least, de Fed verwacht dat de inflatie tot 2021 niet boven 2.0% post gaat vatten. De meeste Fed-gouverneurs verwachten geen renteverhoging meer dit jaar. Mogelijk volgt nog één bescheiden verhoging volgend jaar. Bovendien stopt de Fed de afbouw van haar balans al in september. Er zal veel meer liquiditeit in de markt blijven dan de Fed tot nu aangaf.
De marktreactie is deels logisch, maar toont vooral ook veel aarzeling. De Amerikaanse rentes en de dollar kregen begrijpelijk een tik van de hamer. De Fed verwacht formeel dan nog wel een laatste verhoging, maar de markt ziet vooral dat de Fed sneller in haar richting schuift. Ze verdisconteert een 50%-kans een renteverlaging in januari 2020.
In december waren de beurzen ongerust dat de Fed te snel ging. Toch is er weinig sprake van euforie na de softe Fed. De beurzen hebben er dit jaar al een mooie remonte opzitten. De beweging gisteren doet denken aan de reactie na de ECB-vergadering eerder deze maand. De markt blijft achter met een dubbel gevoel. Accommodatie van de centrale banken is mooi meegenomen. Het is echter een teken aan de wand dat die centrale bankiers steeds grotere neerwaartse groeirisico’s zien. Als de groeivertraging zich uitdiept, hebben de meesten bovendien veel minder ruimte om ter hulp te komen dan voor de crisis het geval was. Eens te meer kan je vooral hopen dat de (globale) groeivertraging het gevolg is van tijdelijke factoren die later dit jaar wegebben…
Nog even naar de wisselmarkt. Eerder deze maand zag het er naar uit dan de ECB het opwaarts potentieel van EUR/USD voor lang had gehypothekeerd. De dollar geniet nog altijd een riant rentevoordeel, maar de relatieve balans tussen de Fed en de ECB is gisteren hersteld. Noch de dollar, noch de euro hebben uitzicht op rentesteun. Voorlopig gaan we er vanuit dat de handelsband EUR/USD 1.12-1.16 stand houdt. Toch is vanaf nu niet enkel de euro kwetsbaar voor slechte data. Dat geldt ook opnieuw voor de dollar. De relatieve groeicijfers zullen beslissen in welk richting het dominosteentje valt.