Voortschrijdend inzicht…
Enkele ‘willekeurige’ koppen op de financiële nieuwszenders gisteren en vanmorgen: ‘Brent olie overschrijdt de kaap van $80/vat; het hoogste niveau sinds oktober 2018’. ‘Europese prijzen voor gas, uitstootrechten en elektriciteit op recordniveaus’; ‘winstgroei Chinese bedrijven vertraagt fors’. Volgens het statistisch bureau lijden de bedrijfsresultaten naast regionale uitbraken van het virus vooral onder hoge grondstoffenprijzen, hoge internationale logistieke kosten en een gebrek aan elektronische componenten. Ook China kampt ondertussen met ernstige verstoringen in de energie/elektriciteitsbevoorrading met stijgende prijzen als gevolg. Aan de andere kant van de wereld: ‘Mislukte oogst in Brazilië kan leiden tot algemene voedselprijsinflatie’.
We maakten ons lang ongerust over te lage inflatie en de mogelijk schadelijke impact voor de economie en de bestedingen. Ondertussen hebben we opnieuw inflatie. Alleen, het is niet de juiste (loongedreven) inflatie. Ideaal is ze resultaat van een economie die geleidelijk het evenwicht van volledige capaciteitsbenutting bereikt. In die perfecte wereld draaien de bedrijven op volle toeren en profiteren de werknemers mee via hogere (reële) lonen. De koppen hierboven wijzen op een andere inflatie, resultaat van aanbodbeperkingen/verstoringen. Daar worden weinig economische actoren beter van. Het is een ‘belasting’ zowel op de winst van bedrijven die deze kost om verschillende redenen niet volledig kunnen doorreken als voor de consument die zijn beschikbaar inkomen ziet uitgehold. Het zou onterecht zijn om de centrale banken ‘verantwoordelijk’ te stellen voor deze ‘foute’ inflatie-opstoot. Toch droeg het ultra-soepel monetaire beleid er zeker toe bij dat investeerders zich deels ‘beschermden’ door de aankoop van schaarse grondstoffen die niet zomaar van de ene dag op de andere dag kunnen worden ‘bijgedrukt’. Hoe dan ook, Centrale banken probeerden lang een antwoord te bieden op een te lage inflatie die vaak te wijten was aan factoren buiten hun directe invloedsfeer. Nu krijgen ze een vorm van inflatie voorgeschoteld waarvoor evenmin een pasklaar monetair antwoord is. De voorbije dagen viel alvast op dat de rentestijging niet zuiver op conto van een hogere reële rente kwam, ondanks de stappen die de Fed zette richting afbouw van het stimulerend beleid. Ook de inflatieverwachtingen spelen nog mee, vooral in Europa.
In dit verband kregen we gisteren enkele interessante overwegingen van Bank of England voorzitter Bailey. Hij zei dat iedereen binnen zijn beleidscomité bereid is om de rente indien nodig zelfs dit jaar nog te verhogen om te voorkomen dat de inflatie permanent zou worden of een zichzelf voedend karakter zou krijgen. Bailey gaf toe dat de BoE zich in een lastig parket bevindt. Hij gaf als voorbeeld dat het monetaire beleid geen antwoord kan bieden op een tekort aan computerchips, een tekort aan wind(energie) of vrachtwagenchauffeurs. Een renteverhoging kan de groei afremmen. Toch kan zelfs in zo’n context een voorzichtig afgewogen, vroegtijdige renteverhoging nodig zijn om te voorkomen dat deze inflatie, die in se van externe oorsprong is, alsnog een interne prijsspiraal zou veroorzaken. Bailey maakt ook duidelijk dat de BoE zal optreden via renteverhoging(en), niet via de obligatieportefeuille. We zijn blijkbaar op een punt beland waar de monetaire inzichten snel rijpen. Tot slot nog een gemakkelijk ‘bruggetje’. Lagarde en Co starten vandaag een (virtueel) forum waar nagedacht/vooruitgekeken wordt over het monetaire beleid na corona. De BoE heeft de retoriek over tijdelijke inflatie alvast snel bijgestuurd. We kijken uit naar eventuele kruisbestuiving.