Duitse parlementsverkiezingen zijn voorbode van moeizame coalitievorming
De Duitse federale parlementsverkiezingen op 26 september 2021 zullen om verschillende redenen uniek zijn in de naoorlogse Duitse geschiedenis. Geen van de kandidaten geniet immers van de gebruikelijke ‘kanseliersbonus’. Ten tweede zijn er voor het eerst drie kansrijke kandidaten voor het kanselierschap, Laschet voor de christen-democraten, Baerbock voor de Groenen en Olaf Scholz voor de socialistische SPD. Er is vrijwel zeker een coalitie van drie partijen nodig om de vereiste absolute meerderheid te behalen. Dit zijn dus de eerste verkiezingen met een groot aantal numeriek mogelijke en politiek haalbare regeringscoalities. Ten slotte zal de nieuwe coalitie op de verkiezingsavond nog niet bekend zijn. De veelheid aan mogelijke coalities betekent dat de onderhandelingen mogelijk tot ver in 2022 kunnen duren.
Programma’s in notendop
De beleidsprioriteit van de Groenen is de aanpak van de klimaatverandering door een hogere koolstofprijs, de vermindering van de Europese emissiecertificaten en fiscale stimulansen om privé-investeringen groener te maken. De Groenen stellen een jaarlijks budget voor overheidsinvesteringen van ongeveer 1,5% van het BBP voor, gefinancierd met nieuwe overheidsschuld na een hervorming van de grondwettelijk verankerde schuldenrem en een einde van et ‘Schwarze Null’-begrotingsbeleid. De CDU/CSU stelt in wezen voortzetting van het huidige beleid voor, met inbegrip van het begrotingsbeleid. De SPD staat positief tegenover verdere Europese budgettaire integratie, maar wil net als de CDU/CSU de Duitse ‘Schwarze Null’ en de schuldenrem handhaven. De SPD heeft echter vergaande ambities m.bt. een Europese begrotingsdimensie, waaronder vervolgprogramma’s voor Next Generation EU (NGEU).
Welke coalities zijn mogelijk ?
Bij de verkiezingen van 2021 lijkt het vooral te gaan om de continuïteit, ervaring en competentie van de kandidaten, en slechts in mindere mate om de verschillen tussen de partijprogramma's. De enige politieke zekerheid is dat geen enkele partij bereid is met de extreem-rechtse AfD samen te werken. Een voortzetting van de huidige ‘Grote Coalitie’ onder leiding van de SPD is mogelijk indien Die Linke de drempel van 5% van de nationale stemmen niet haalt, wat zou leiden tot een herverdeling van hun parlementszetels. Een alternatief zou zijn dat die ‘Grote Coalitie’ wordt aangevuld met de Groenen of de liberale FDP. Twee andere coalitie-opties bestaan uit de combinatie van de Groenen en de FDP, geleid door ofwel de SPD ofwel de CDU/CSU. Beide opties zullen vrijwel zeker haalbaar zijn, wat illustreert dat de keuze van de kanselier wel eens zou kunnen worden gemaakt door de kleinere coalitiepartner(s), ongeacht wie als grootste partij uit de verkiezingen naar voren komt. De uitdaging voor deze twee coalitievarianten zou zijn om een compromis te vinden tussen de nogal uiteenlopende budgettaire en fiscale agenda's van de Groenen en de FDP. De laatste mogelijke coalitie is een uitgesproken linkse regering van de SPD, de Groenen en Die Linke. Deze coalitie is echter onwaarschijnlijk, omdat zij slechts een kleine meerderheid in het parlement zou hebben. Bovendien houdt Die Linke er een sceptische houding ten opzichte van de NAVO en de EU op na.
Gezien de vele mogelijke opties is het dus onmogelijk een zinvolle voorspelling te doen over het economisch beleid van de volgende regering. We weten wel dat het wellicht een centrumregering zal zijn, die in grote lijnen voor continuïteit zal zorgen en waarschijnlijk door de SPD of de CDU/CSU (en niet door de Groenen) zal worden geleid.
Implicaties voor de markt
De onderhandelingen na de verkiezingsdag zullen waarschijnlijk uitzonderlijk lang duren. Op basis van de actuele opiniepeilingen zal dit echter geen verrassing zijn voor de obligatiemarkten. De onmiddellijke marktreactie op de verkiezingsdag zal daarom waarschijnlijk beperkt zijn, behalve in het eerder onwaarschijnlijke scenario van een snelle linkse coalitievorming (SPD, Groenen en Die Linke). Zo’n onverwacht vooruitzicht op een expansieve budgettair beleid zou de Duitse obligatierente onder opwaartse druk kunnen zetten.