Inflatie in de eurozone op hoogste niveau in 10 jaar
De headline inflatie in de eurozone steeg in augustus tot 3% en bereikte daarmee het hoogste niveau in meer dan een decennium. Daarmee volgt de eurozone, niet geheel onverwacht, het hoge Duitse inflatiecijfer (3,4%) dat eerder deze week werd gepubliceerd. Dergelijke cijfers gaan niet ongezien voorbij, zeker niet in Duitsland. De hoogste inflatiecijfers werden echter niet in Duitsland opgetekend, maar wel in Estland (5,0%), Litouwen (4,9%) en … België met een headline inflatie van 4,7%.
Die opstoot van inflatie kwam niet geheel onverwacht. Economisten gingen reeds lang uit van een stijging van inflatie in de tweede helft van het jaar. Deze viel met 3% wel iets forser uit dan de verwachte 2,7%. Veel grote conclusies moet men voorlopig echter niet trekken uit deze ontwikkelingen. Naast de economische heropleving en energieprijzen spelen immers belangrijke eenmalige ‘technische factoren’ die meer zeggen over de economische crisis van 2020 dan over toekomstige evoluties. Een aantal crisismaatregelen uit 2020, zoals de verlaging van de Duitse BTW of het uitstel van de koopjesperiode spelen nu volop maar wijzen niet noodzakelijk op een ontsporing van de onderliggende inflatie. De kerninflatie in de eurozone (1,6%), blijft ondanks een forse stijging in augustus, beneden de inflatiedoelstelling. In een eerste marktreactie steeg de Duitse 10-jaarsrente met meer dan 5 basispunten en naderde EUR/USD het 1.1840 niveau.
We blijven net als een meerderheid van economisten uitgaan van een normalisering van de inflatie begin volgend jaar. De narrative van een tijdelijke inflatieopstoot die door de centrale banken in koor in de markt wordt gezet houdt dus stand, en dit ondanks de sterke stijgingen in inflatie zowel in de VS als in de eurozone. Een sterk staaltje van directe en effectieve communicatie van de centrale banken!
Of centrale banken de stijging van inflatie zullen blijven negeren (de zogenoemde look through) is een andere zaak. De inflatie bevindt zich beduidend boven de inflatiedoelstellingen en centrale banken staan nu voor een moeilijke evenwichtsoefening, waarbij verdere stimulus moet afgewogen worden tegen het risico van een verankering van te hoge inflatie – m.a.w. de gekende vraag over het weghalen van de punch bowl. De Fed overweegt de aanvang van tapering. Voor de ECB liggen de zaken anders. Het economisch herstel in de eurozone is minder ver gevorderd en de inflatiedruk gematigder. Een look through houding – zoals ECB Chief Economist Lane suggereert - blijft de waarschijnlijke uitkomst. Maar dat de hoger dan verwachte inflatie bijkomende munitie verschaft aan de ECB-haviken, bijvoorbeeld voor het verminderen van de PEPP-aankopen, valt niet te ontkennen. De beleidsvergaderingen van ECB en Fed later deze maand brengen mogelijks meer duidelijkheid.
Hans Dewachter, KBC Group Chief Economist