Afbouw QE geen voorbode van renteverhoging?
Het virtuele Jackson Hole symposium van eind vorige week haalt deze keer waarschijnlijk niet meer dan een voetnoot in de monetaire geschiedenisboeken. Deze keer geen baanbrekende nieuwe ideeën over het toekomstig beleidskader. Dat werd een jaar geleden pas geherdefinieerd. Ook het debat over de monetaire normalisatie post corona kreeg geen fundamenteel andere wending. Toch was er iets te zien op de grafieken. Het feit dat Powell minder opschoof in het afbouwdebat dan sommigen hadden verwacht/gehoopt, zorgde wel degelijk voor bijsturing op de markten.
‘It’s all about timing’, en over de gewenste timing/snelheid van de monetaire afbouw zitten de Fed-gouverneurs duidelijk niet op dezelfde lijn. In de aanloop naar de speech van Powell voerden een aantal regionale gouverneurs de druk op. Zij vinden dat er ondertussen (meer dan) ‘substantiële vooruitgang’ is geboekt op weg naar de doelstellingen i.v.m. inflatie en maximale tewerkstelling. Powell gaat akkoord inzake inflatie, al maakte hij toch opnieuw veel tijd en ruimte vrij voor zijn argumentatie waarom de huidige (hoger dan verwachte )inflatie waarschijnlijk toch nog steeds het label tijdelijk verdient. Inzake maximale tewerkstelling ziet de Fed-voorzitter ook vooruitgang, maar daar is nog werk aan de winkel. Er is nog steeds aanzienlijke ondertewerkstelling. Die is in belangrijke mate te wijten aan een ‘mismatch’ tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Voor de vraag of een ultrasoepel monetair beleid het juiste middel is om dit probleem het hoofd de bieden, was (spijtig genoeg) geen plaats. Toch gaf Powell toe dat een afbouw van de obligatieaankopen dit jaar kan starten. Over het tempo werden we niets wijzer.
De Fed-voorzitter had nog een ‘trucje’ in petto om de verwachtingen over de te snelle rentenormalisatie aan banden te leggen. De markt hield tot nu toe rekening met een tijdslijn van zo’n zes maanden voor een eerste renteverhoging na het stoppen van de netto-obligatieaankopen. Powell stelde dat die opeenvolging in de tijd er niet is. De rente kan enkel worden verhoogd wanneer de voorwaarden van maximale tewerkstelling en inflatie van (iets boven) 2% blijvend verworven zijn. Dit idee van een loskoppeling tussen de timing van de obligatieaankopen en de start van de rentecyclus is niet helemaal nieuw. Het feit dat de Fed-voorzitter dit zo in de verf zette, droeg zeker bij tot de terugval van de Amerikaanse rentes en de dollar. Vooral de rente op de kortere looptijden tot 5-j daalde (tot 5bpn). Opvallend: ook de reële rente dook fors lager en woog op de dollar. EUR/USD veerde op richting 1.18. Kleine bedenking: de markten pikten het idee van een loskoppeling tussen obligatieaankopen en een eventuele renteverhoging vrij vlot op. Vraag is of Powell zijn collega’s Fed-gouverneurs ook overtuigde. Zeven van hen gaven in juni al aan om de rente eind volgend jaar te verhogen. Uitkijken dus naar de nieuwe dots op de vergadering van 22 september.
De blijvende nadruk van de Fed op het bereiken van maximale tewerkstelling zet de spots nu al op het arbeidsmarktrapport van vrijdag. Ondertussen hebben de Europese cijfers (Duitse en Europese inflatie vandaag en morgen) natuurlijk ook hun rol te spelen. Een volgehouden breuk boven EUR/USD 1.1805 brengt de intermediaire top van 1.1909 op de radar.