VS-begrotingsbeleid wake-up call voor EMU
Het is alom geweten dat de coronacrisis de overheidsschuld fors heeft opgedreven. Vorige week maakte Eurostat bekend dat in het eerste kwartaal van 2021 de brutoschuld van de gezamenlijke overheid in de eurozone verder is gestegen tot 100,5% van het bbp, tegenover ‘slechts’ 83,9% van het bbp eind 2019. Met weliswaar enorme verschillen tussen de individuele eurolanden, gaande van 18,5% van het bbp in Estland tot 209% in Griekenland.
In de VS gaf de coronacrisis de overheidsschuld een vergelijkbare boost van iets minder dan 80% van het bbp in 2019 tot ruim 100% in 2020. Het Congressional Budget Office (CBO) publiceerde er vorige week een update van zijn ramingen voor het toekomstige verloop van de overheidsschuld. Die wijzen erop dat de schuldratio in de VS bij ongewijzigd beleid in de eerstkomende jaren lichtjes zal dalen tot 99,1% in 2024. Vanaf dan zou ze opnieuw beginnen stijgen tot 106,4% van het bbp in 2031. Dat is ongeveer gelijk aan het historische recordniveau van kort na de Tweede Wereldoorlog. Dergelijke schuldcijfers doen wenkbrauwen fronsen. Maar niet bij de huidige Amerikaanse president. Die heeft voor het najaar nog meer plannen voor budgettaire stimulansen. De schuldprognoses van het CBO zijn dus mogelijk een onderschatting. Overigens hebben die enkel betrekking op de schuld van de federale overheid ‘held by the public’. Dat is een engere schulddefinitie dan de Europese, die op de schuld van de gezamenlijke overheid betrekking heeft. Vergelijkbare cijfers die het IMF eveneens vorige week publiceerde, tonen een schuldratio van de gezamenlijke Amerikaanse overheid van 133,6% van het bbp in 2020, beduidend meer dus dan in de eurozone.
Net als het CBO gaat het IMF ervan uit dat de Amerikaanse schuldratio verder zal stijgen, in tegenstelling trouwens tot zijn verwachting voor de eurozone (zie grafiek). Toch slaat het IMF geen alarm over de Amerikaanse overheidsschuld. Om de schuldratio te doen dalen is op middellange termijn weliswaar een budgettaire sanering nodig. Maar het IMF wijst er ook op dat de begrotingsinitiatieven het groeipotentieel van de Amerikaanse economie zullen versterken. Ondertussen temperen de omvang en liquiditeit van de Amerikaanse financiële markten, het ‘veilige haven’-karakter van de dollar en zijn statuut als reservemunt de risico’s van de grote financieringsbehoeften.
De financiële en budgettaire integratie creëert in de VS-economie met andere woorden veel meer budgettaire slagkracht dan in de eurozone, waar door een gebrek aan begrotingsintegratie nationale financiële stabiliteitsrisico’s om de hoek loeren. Ondanks de lagere globale overheidsschuld in de eurozone is de bezorgdheid erover groter. Toen de Amerikaanse minister van Financiën Yellen eerder deze maand te gast was op de vergadering van haar Europese collega’s hadden ze het luidens de debriefing onder meer over de brede waaier aan uitdagingen voor de wereldeconomie, zoals de beschikbaarheid van coronavaccins op wereldschaal, klimaatverandering, toenemende sociaaleconomische ongelijkheid en de nood aan inclusieve groei. Het is niet duidelijk of het voor de Europese ministers ook een wake-up call was om voortgang te maken met de budgettaire en financiële versterking van de eurozone.