Riksbank verroert geen vin
De centrale banken verdelen zich stilaan in twee kampen. Een (geleidelijk kleiner wordende) groep houdt voet bij stuk dat de inflatie-opsprong tijdelijk is en de economie nog lang de nodig steun kan gebruiken. De Bank of Japan, de ECB, de Bank of England, de Poolse centrale bank en de Australische centrale bank, bijvoorbeeld, willen de voet niet te snel van het monetaire gaspedaal halen. Anderen willen (Tsjechische CB, Norges Bank …) of moeten (Hongarije, Rusland, Turkije…) de inflatiehandschoen oppakken. Vandaag keken we uit of de Zweedse Riksbank (RB) een stapje zou zetten van groep één richting groep twee.
Dat stapje kwam er niet. Er werd ook helemaal geen opening gemaakt in die richting. Het herstel in Zweden verloopt nochtans voorspoedig. De groeiverwachtingen werden nog maar eens opwaarts bijgesteld. De Riksbank rekent nu op 4.2% groei dit jaar en 3.7% volgend jaar. Een groeiversnelling in het derde kwartaal brengt de economie terug op het peil van voor de start van de pandemie. De RB merkt wel op dat de economie zich ook dan nog steeds beneden het trendpad bevindt die ze had gehaald zonder corona en dat het herstel binnen verschillende deelsectoren sterk uiteenloopt. Ook het inflatievooruitzicht werd opwaarts bijgesteld, maar de CPIF-inflatie (inclusief hypotheekkosten) blijft dit (1.8%) en volgend jaar (1.7%) gemiddeld beneden de 2.0%-doestelling. In tegenstelling tot andere landen, sijpelen de effecten van aanbodverstoringen relatief beperkt door naar de consumenteninflatie. De inflatie bereikt pas aan het einde van de beleidshorizon 2.1% (Q3 2024). De werkloosheidsgraad daalt verder (7.4% dit jaar) maar blijft hoger dan voorheen en er zijn ook weinig tekenen van loonspanning.
Tijdens (maar eigenlijk ook al voor de coronacrisis) maakte de Riksbank zich meer zorgen over een te lage inflatie en te weinig stimulus dan over te veel ondersteuning. Ze herbevestigt die grondhouding duidelijk. Ondanks een krachtig herstel ziet de RB de beleidsrente nog steeds op het huidige niveau van 0.0% aan het eind van de beleidshorizon (Q3 2024!). De enveloppe voor obligatieaankopen van SEK 700 mld wordt zoals gepland dit jaar verder uitgeput. Daarna houdt de RB de portefeuille nog minstens tot eind volgend jaar op peil. Voor wie het nog niet goed mocht begrepen hebben, herhaalt de RB zelfs dat het beleid (via renteverlaging of op een andere manier) nog altijd kan worden versoepeld (!) als de inflatieverwachtingen toch opnieuw beneden 2% post vatten. Geen ‘tightening bias’ dus. Eens te meer neemt de RB akte van de mogelijke neveneffecten van het uiterst soepel beleid voor de schuldopbouw bij de gezinnen en oplopende vastgoedprijzen. Die risico’s wegen echter niet op tegen de positieve effecten op de groei. Voor remediëring van deze neveneffecten schuift de RB de bal door naar technische maatregelen en het fiscaal beleid.
De markt verwachtte zeker geen U-bocht van de RB. Onder meer de terughoudendheid bij de ECB om de afbouw van de stimulus te starten, geeft een perfect excuus om de kat uit de boom te kijken. Gisteren was er intraday even een beetje nervositeit in de kroon. Het feit dat de RB zelfs geen symbolische hint geeft dat ze het normalisatiedebat voorbereidt, zorgt vanmorgen voor een zeer beperkt verlies voor de kroon. De EUR/SEK combinatie bevindt zich al sinds eind vorig jaar in een eng kanaal tussen 10.00 en 10.30. Ondanks een sterk herstel en sterke economische fundamenten, heeft het na de RB-communicatie vandaag waarschijnlijk weinig zin om te anticiperen op een breuk beneden de kaap van 10.00. Vergelijkingen met de Noorse buur die de rente mogelijk in de herfst al optrekt zijn tot naar bericht zonder grond.