Het EK: De belangrijkste bijzaak ter wereld
Vierentwintig deelnemende landen, elf steden, éénenvijftig wedstrijden en meer dan 300 miljoen toeschouwers. Zo trok de zestiende editie van het vierjaarlijkse hoogtepunt van de UEFA European Championship, Euro 2020, zich met een jaar vertraging op gang. Euro 2020 wordt voor het eerst pan-Europees georganiseerd met wedstrijden in gastlanden van Azerbeidzjan tot Engeland in mythische stadions zoals het Stadio Olimpico in Rome of Wembley in Londen. Daarmee haalde toenmalig UEFA-voorzitter Platini zijn slag thuis - een “romantische versie” om de 60ste verjaardag van UEFA te vieren - en werd het Turkse bod om euro 2020 te organiseren overbodig.
De pandemie dwong de UEFA om Euro 2020 met een jaar uit te stellen. Uitstel bleek niet alleen sportief de beste weg (zodat niet gespeeld moest worden in lege stadions) maar ook een kostenefficiëntere oplossing dan afstel. UEFA raamt die kosten op meer dan 500 miljoen euro. Het uitstel heeft geloond. Met de robuuste toename van de vaccinatiegraad in Europa en de herwonnen controle over de wintergolven van de pandemie, werden de coronamaatregelen in Europa gevoelig versoepeld. Euro 2020 kan dus doorgaan in (half)volle stadions. En zo wordt Euro 2020 niet alleen hét voetbalevenement van 2021, maar ook een belangrijk symbool van de eerste stappen in de richting van een heropening van de Europese economie.
De belangrijkste bijzaak ter de wereld blijft bovendien een hoofdzaak voor de UEFA zelf. De totale inkomsten uit voetbalcompetities (voor club- en nationale teamcompetities samen) stegen gevoelig van om en bij 1,3 miljard euro in 2010 tot meer dan 3,3 miljard in 2019/2020 – een jaarlijkse groeivoet van ongeveer 8%. Die inkomsten worden voornamelijk gewonnen uit de verkoop van beelden aan de media en uit commerciële rechten. Europese clubcompetities staan normaal in voor meer dan 80% van de inkomsten. Tijdens tornooi-jaren stijgen de inkomsten uit landencompetities tot bijna de helft van de totale inkomsten. Zo bedroegen die inkomsten in 2011/2012 (Euro 2012) meer dan 1,4 miljard euro en in 2015/2016 (Euro 2016) meer dan 2 miljard euro, terwijl ook de winsten evenredig toenamen.
Of internationale tornooien even lucratief zijn voor de organiserende landen blijft een open vraag. Zware infrastructuurinvesteringen zijn meestal vereist en de organisatorische kosten lopen vaak sterk op. De finale afloop en statistieken van de organisatie in Polen, Oekraïne of Brazilië zijn niet bijzonder bemoedigend. Eén voordeel van het pan-Europese Euro 2020 is dat alvast de infrastructuurinvesteringen gevoelig lager uitvallen.
Maar laat dat vooral de pret niet derven. Euro 2020 belooft een spannend pan-Europees tornooi te worden en number crunchers van Goldman Sachs hebben het uitgerekend: België wordt Europees kampioen!
Hans Dewachter, KBC Group Chief Economist