NBP nuanceert het zloty-beleid
Afgelopen woensdag hield de Poolse centrale bank (NBP) een tussentijdse beleidsvergadering. Een persconferentie van de NBP-voorzitter met meer tekst en uitleg volgde op vrijdag. Zowel het begeleidend communiqué als Glapinski losten enkele hints, met name omtrent het zloty-beleid. Het ene subtiel en genuanceerd, het andere … iets minder.
Voor wie er nog mocht aan twijfelen: ’s werelds grootste, of het scheelt niet veel, minnaars van een soepel monetair beleid, kozen voor het status quo. De beleidsrente bedraagt 0,1%. Het programma waarmee de Poolse centrale bank overheidsobligaties in de secundaire markt opkoopt, loopt onverminderd verder. In totaal kocht ze al het equivalent van zo’n 5% van het BBP. Er bestond wellicht niet al te veel discussie over de beslissing. De pandemie raast volop in Polen. De regering verstrengde eind maart de restrictieve maatregelen aanzienlijk. Dat mist zijn effect op de coronacurves maar tegelijk ook op de economie niet. Alle steun is dus welkom. Dat de inflatie ondertussen stevig doorstijgt, is geen probleem. De algemene prijsstijging versnelde in maart van 2,4% j/j tot 3,2%. Warschau streeft een doelstelling van 2,5% +/- 1ppt na. Tijdelijk en buiten onze invloedssfeer, luidt de analyse, ook al verwacht ze nog verder oplopende inflatie in de komende maanden. De behoorlijke depreciatie van de Poolse zloty tijdens de afgelopen weken werkt eveneens inflatoir. De munt tikte eind maart het zwakste niveau sinds 2009 aan (EUR/PLN voorbij 4,65). De wisselkoers is minstens even belangrijk voor het groeiherstel. Voor de NBP mocht de zloty daarom lang gerust wat zwakker. In december voegde ze nog de daad bij het woord en kwam ze tussen ze op de wisselmarkt. De centrale bank houdt die wisselkoersinterventies nog als een stok achter de deur. Maar het impliciet verlangen naar een zwakkere zloty maakte woensdag wel plaats voor een meer neutrale boodschap. Glapinski stelde het vrijdag een pak duidelijker: “we hebben de zloty aangepast tot waar de NBP het wil.” En nog: “momenteel zijn interventies niet nodig”. Dat is op zijn minst een beetje opvallend omdat de zloty dankzij een april-rally eigenlijk sterker noteert dan op het moment van de tweede interventieronde eind 2020. Of weegt het inflatieargument stilaan toch iets meer door in de debatten dan de NBP momenteel laat uitschijnen?
Hoe dan ook, we denken dat deze houding van de NBP t.a.v. de zloty op termijn een bodem onder de munt kan leggen. Samen met het verondersteld intens economisch herstel vanaf de tweede jaarhelft, kan de munt in de komende kwartalen makkelijk beneden EUR/PLN 4,50 verstevigen. In een korter perspectief zien we echter vooral neerwaartse risico’s. Die spruiten onder andere voort uit een mogelijk einde aan de ontspanning op de (Amerikaanse) rentemarkten en van de binnenlandse politiek. Een van de kleinere coalitiepartners dreigt later deze maand tegen het Europees herstelplan te stemmen. Dat kan de volledige en al tergend trage uitrol verder op de lange baan schuiven. Daar heeft niemand baat bij. Zeker Polen, met zo’n €60 miljard een van de grootste ontvangers, niet.