De blaffende hond bijt vooralsnog niet
De reflatiewind waaide begin dit jaar eindelijk over van de VS en het VK tot de Europese rentemarkten. Vooral in de maand februari schakelden die laatsten meerdere versnellingen hoger. In Duitsland bijvoorbeeld, veerde de tienjarige rente bijvoorbeeld op van -0,52% begin februari tot (even) -0,20%. De Europese swaprente (10j.) tikte op datzelfde moment het hoogste peil sinds het maart vorig jaar aan. “Trop c’est trop”, vond ECB-voorzitster Lagarde. De Française trapte begin vorige week een kruistocht af tegen de (te snelle) stijging van de lange rentes.
In een georkestreerd optreden volgden daags nadien andere zwaargewichten waaronder ECB-hoofdeconoom Lane en de Duitse Schnabel. De kern van de boodschap was dezelfde: hogere rentes, ja, maar ze mogen het economisch herstel niet ondermijnen. Als dat dreigt te gebeuren, moet de centrale bank mogelijk ingrijpen. Gisteren stelde ECB-raadslid Villeroy het ongewoon scherp. De ECB “moet en zal” optreden tegen een ongewenste verstrakking van de financiële voorwaarden. Vicepresident De Guindos op zijn beurt maakte vanmorgen nog duidelijk dat er voldoende ruimte en flexibiliteit is om te reageren indien nodig. De ECB-bonzen zijn het er over eens dat vlaggenschip PEPP daarvoor het aangewezen instrument is. We kregen al snel de kans om die woorden af te toetsen aan de daden. Gisteren gaf de ECB data vrij over de aankoopkoers in de afgelopen week.
De centrale bank ving 2021 eerder gezapig aan met een gemiddeld wekelijks opkooptempo van 10 miljard euro in januari, het traagste sinds de creatie van PEPP. In februari zette de ECB de zeilen bij. Tijdens de tweede en derde week groeide de obligatiehonger tot ongeveer 17 miljard euro per week. Maar vorige week, toen de obligatiemarkten even in vrije val waren, zwakte het tempo alweer af tot 12 miljard. Dat is toch een beetje een gemiste kans: de blaffende hond bijt niet. Er horen bij de weekcijfers wel enkele kanttekeningen. Zo is er nog geen informatie beschikbaar over de opkopen vorige week donderdag en vrijdag, uitgerekend de twee meest wispelturige handelsdagen. Verder wordt pas later vandaag duidelijk welk bedrag vrijgekomen uit vervallen obligaties de ECB vorige week herinvesteerde. De centrale bank houdt naast PEPP immers nog een andere gigantische obligatieportefeuille aan: die onder het Asset Purchase Programme. De ECB gaf gisteren al mee dat de hoeveelheid obligaties op einddatum vorige week hoger lag dan gemiddeld. Lees: ze herinvesteerde meer dan gewoonlijk.
De Europese rentemarkten waren weinig verontrust, integendeel. Duitse rentes aan het lange eind van de curve daalden gisteren zelfs, en nogal stevig. De tienjaarsrente (-7,5 bpn) vond steun nabij -0,34%. De Europese swaprente op tien jaar dook opnieuw onder het vriespunt. Voorlopig heerst er weinig twijfel dat de ECB de daad bij het woord zal voegen indien nodig. Daar is in principe ook nog de marge voor. De netto-aankopen onder PEPP lopen normaliter tot maart 2022. Maar aan het tempo van afgelopen maand en met de nog vrije middelen (ruwweg 980 miljard euro), duurt het tot de zomer volgend jaar vooraleer het crisisprogramma uitgeput raakt. Dat veronderstelt wel een ordentelijke, gecontroleerde rentestijging in een context waar de economie (en inflatie?) aanzienlijk zal aantrekken. Niet evident.