Reputatie komt te voet en gaat te paard
De kracht van een centrale bank schuilt in haar geloofwaardigheid. Het duurt lang om een ijzersterke reputatie op te bouwen, maar zodra ze er is, luisteren markten. Oudgedienden zoals Trichet en Draghi beseften dat maar al te goed. Ze verhieven hun stem pas als dat echt nodig was (“IMPECCABLY!”) en gebruikten de kracht van hun handelsmerk (“and believe me, it will be enough”) enkel als de nood het hoogst was.
Huidig ECB-topvrouw Lagarde nam de fakkel op een gelukkig moment over, maar kreeg al snel te maken met een ongelukkige pandemie. Ze ging van start als drijvende kracht achter de vergroening, digitalisering en modernisering van de Europese centrale bank, maar ontpopte al snel willens nillens in crisisbestrijder. De interne memo – geloofwaardigheid, het hoogste goed – ging onderweg verloren.
Gisteren noteerden we een zoveelste uitschuiver (?) van Lagarde. In een hoorzitting voor het Europese parlement legde ze de klemtoon op de snelle stijging van de lange Europese rentes. De manier waarop suggereert dat de centrale bank bereid is om, indien nodig, absolute rentes of relatieve renteverschillen (tussen EMU-landen) te plafonneren. Schermen met zo’n disproportionele acties op het ogenblik dat de lange rente met - zeggen en schrijven - 30 basispunten steeg is een gevaarlijk spel. Onze visie op het renteluik kreeg u gisteren voorgeschoteld. Wat het beheersen van de rentecurve (YCC) betreft, gaat Lagarde mogelijk haar boekje te buiten. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Japan of Australië waar een vorm van YCC gebruikt wordt, kampt Europa met een gedesintegreerde rentemarkt. Een neveneffect van een monetaire unie zonder fiscale unie. Alle curves tegelijk bespelen is een schier onmogelijke taak. Vooral omdat Orwelliaanse ongelijkheden dreigen die de monetaire financieringstoets niet zullen doorstaan. Laat staan dat ze op politieke eendracht kunnen rekenen.
De lange Europese rentes daalden na Lagarde’s uitspraak met zo’n drie basispunten. Vandaag is de beweging al grotendeels ongedaan gemaakt. Hierin schuilt het grote gevaar van een uitgeholde geloofwaardigheid. Verbale interventies hebben pas zin als de markt effectief voelt dat het menens kan of zal zijn. Zoniet werken ze op termijn zelfs contraproductief. Spreken is zilver, zwijgen is goud. Die les heeft wijze uil – haar zelfbedachte totem – Lagarde na haar optredens tegen de te snelle stijging van de euro vorig jaar niet geleerd. Waarom dreigen met een depositorenteverlaging als de pijngrens (eerder EUR/USD 1.30 dan EUR/USD 1.20) nog lang niet bereikt is? Dan laten we verdeeldheid over het nut van zo’n actie binnen de ECB nog buiten beschouwing. Waarom dreigen tegen hogere lange rentes als die na meer dan een decennia een reflectie zijn van hogere inflatieverwachtingen (en nog steeds <2%)?
Om het voor de ECB-topvrouw extra pijnlijk te maken, weerklinkt een verre echo naar haar uitspraken aan het begin van de COVID-crisis: “the ECB is not here to close spreads”. Van een U-bocht gesproken.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal