PMI’s blijven hangen; markt kijkt vooruit
De allesomvattende PMI-bedrijfsvertrouwensindicator voor de euro zone steeg in februari marginaal van 47.8 tot 48.1. Het is de vierde opeenvolgende maand dat de economische vinger aan de pols op economische contractie wijst (lezing < 50). We kunnen dus met stijgende zekerheid zeggen dat het eerstekwartaal groeicijfer licht negatief zal zijn.
De status quo van de “top line” verbergt een nieuwe, toenemende divergentie tussen de exportgerichte verwerkende nijverheid en de binnenlandse diensteneconomie. Hoewel de lockdownmaatregelen die in voege waren veelal gewoon in voege bleven, kreeg het vertrouwen in de diensteneconomie opnieuw een tik. De PMI daalde van 45.4 tot 44.7. De malaise staat in schril contrast met de boomende maakindustrie. Die deelreeks steeg voor de eurozone van 54.8 tot 57.7, het hoogste niveau sinds februari 2018. De dienstensector blijft wel de belangrijkste en maakt nog steeds zo’n 73% deel uit van het EMU BBP. Op nationaal niveau zien we dezelfde spreidstand in Duitsland en Frankrijk. De remonte van de verwerkende nijverheid is wel nog steeds vooral op Duits conto te schrijven.
Duiken we in de details van het rapport, dan stuiten we al snel op diezelfde split tussen diensten en verwerkende nijverheid. Zowel actuele productie als nieuwe orders stijgen in de maakindustrie tot het hoogste niveau in enkele maanden maar wegen niet op tegen de valversnellingen in de dienstensector. De tewerkstelling in de verwerkende nijverheid neemt voor het eerst in 22 maanden zelfs toe, nu bedrijven alle zeilen bijzetten om de vraag bij te houden en voorraden aan te vullen. De inputprijzen in deze sector stijgen aan het snelste tempo in bijna 10 jaar tijd! Behalve de sterke vraag spelen hogere grondstof- en transportprijzen een rol. Bovendien rekenen producenten de kosten stilaan door aan de eindgebruiker. De indicator voor outputprijzen stijgt tot het hoogste niveau in bijna 3 jaar. IHS Markit, verantwoordelijk voor de publicatie van de PMI’s, vermeldt voor het eerst expliciet dat de verstoorde internationale productiekettingen zich de volgende maanden in hogere inflatie zal vertalen, zeker als het einde van de lockdownmaatregelen ook de diensteneconomie opnieuw ontketent. De deelcomponent die peilt naar toekomstige groeiverwachtingen (volgende 12 maanden) steeg in ieder geval tot het hoogste niveau sinds maart 2018.
Op de markten houdt de marktnarratief van toekomstig herstel stand. De Europese 10j swaprente probeert de psychologische kaap van 0% voor het eerst sinds april te ronden. Dat niveau is ook het 62% herstelniveau van de rentedaling tussen maart en december. Een breuk hoger effent samen met de fundamentele analyse het pad richting de 2020 top net boven 0.20%. De wisselmarkt was de voorbije dagen het noorden wat kwijt in het globale reflatieverhaal. De euro neemt net als gisteren de bovenhand over de dollar. EUR/USD rondt opnieuw de kaap van 1.21. Een stijging boven 1.2197 is nodig om de hersteltop van 1.2350 en bij uitbreiding onze langetermijndoelstelling van 1.2550 opnieuw op de kaart te brengen. De Europese beurzen komen de flauwte van deze week te boven en winnen voorlopig tot 0.50%.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal