Dollar start het jaar met goede voornemens
Opvallende vaststelling: de dollar zakt al twee opeenvolgende dagen niet meer. Meer zelfs, hij neemt “vlot” de bovenhand ten opzichte van de andere grote munten. Vasthouden aan de dagwinsten betekent dat de greenback tegen de euro slechts voor de 3e (!) keer sinds begin november zo’n bescheiden winstreeksje kan neerzetten. Te vroeg om victorie te kraaien, maar toch de moeite waard om onder de loep te nemen.
De basis van het verhaal kent u. De reflatietrade haalde de dollar onderuit omwille van de dodelijke cocktail van stijgende inflatieverwachtingen, een structurele daling van de reële rente en hogere grondstoffenprijzen. De evenwaardige bijdrage van inflatieverwachtingen en de reële component aan de hogere Amerikaanse rentes van de voorbije dagen zijn een eerste mogelijke verklaring voor de betere prestatie van de greenback. De reële rente is noemer voor verschillende factoren, maar vooreerst een inschatting van toekomstige (trend)groei. Een Democratisch-gedomineerd Congres kan snel een extra fiscale duw in de rug geven. De ISM-bedrijfsvertrouwensindicatoren uit zowel verwerkende nijverheid als dienstensector, toonden eerder deze week dat de Amerikaanse veer in december niet brak ondanks de 3e coronagolf en bijhorende, lokale, maatregelen. De arbeidsmarkt blijft wel een pijnpunt. Volgens loonstrookjesverwerker ADP sneuvelden er in december voor het eerst sinds maart opnieuw jobs en de officiële payrolls brengen deze namiddag mogelijk dezelfde ontnuchterende vaststelling. Zeker te weten dat slechts iets meer dan de helft van de Amerikanen die in het voorjaar hun job verloren al opnieuw aan het werk zijn.
Een tweede verklarende factor is het renteverschil tussen Amerika en andere veilige havens zoals Europa of Japan. In het land der blinden is eenoog koning, wat Amerikaanse Treasuries stilaan het predicaat hoogrentend oplevert. Het renteverschil op een looptijd van 10j tussen de VS en Duitsland liep bijvoorbeeld op van circa 100 basispunten begin april, tot 160 basispunten. Propagandist in het opzetten van carry trades – ontlenen in de laagrente munt en investeren in het hoogrentende alternatief – is de Japanse yen. USD/JPY steeg op korte tijd van 102.50 tot 104. Een weeksluiting boven 103.90 maakt het technische beeld op korte termijn neutraler. Behalve de hogere Amerikaanse rentes, speelde in deze muntencombinatie het gunstige risicoklimaat een amplificerende rol.
Terugkerend naar EUR/USD, dreigt het muntenpaar op korte termijn uit het opwaartse kanaal sinds begin december te vallen. Opnieuw betekent dit eerder een neutrale positie dan een vruchtbare bodem voor een meer uitgesproken dollarstijging. Zolang EUR/USD boven 1.20 blijft, verandert de verhaallijn niet. Middellange termijn houden we nog steeds EUR/USD 1.25/1.2550 in de gaten. De Sirenenzang van die sterke weerstand (38% retracement van EUR/USD daling tussen 2008-2016 en 2018 top) smeekt om een test. Op dat ogenblik dringt een grondige evaluatie van het lot van het EUR/USD-muntenpaar zich op.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal