Ambitieus Europees budget, uiteindelijk goedgekeurd
De Europese top van 10 en 11 december eindigde uiteindelijk met witte rook. De impasse rond het Meerjarig Financieel Kader 2021-2027 van de EU en het bijhorend Europees economisch herstelplan, als gevolg van de veto’s van Hongarije en Polen, werd doorbroken. Daarmee werd een belangrijke horde genomen voor de uitrol van dit bijzonder ambitieus Europees budgettair pakket. Met zijn totale omvang van om en bij de 1800 miljard euro voor de periode 2021 tot 2027, is dit pakket gevoelig groter dan vorige meerjarige begrotingen. Veruit het grootste deel van dat extra geld verloopt via het tijdelijk herstelfonds (Recovery and Resilience Facility) en zal worden toegekend in de vorm van subsidies (312,5 miljard euro) en leningen (360 miljard euro).
Het hoeft geen betoog dat lidstaten stevig bikkelen over de toewijzing van dergelijke bedragen. En ook in deze meerjarenbegroting zijn er belangrijke verschillen in de transfers tussen landen en regio’s. Ramingen geven aan dat de subsidies uit het Europese economische herstelfonds sterk verschillen tussen landen: van 10% van het bbp of hoger (bv. Bulgarije of Kroatië) tot minder dan 1% van het bbp voor landen als o.a. Nederland. België krijgt voor ongeveer 1% bbp aan subsidies.
Toch is het goed om af en toe uit de mêlee te stappen en een overzicht te houden op het grotere geheel. Meer dan in het verleden wordt de EU begroting gebruikt om bepaalde langetermijndoelstellingen door te drukken: de EU moet innovatiever, digitaler, groener en veerkrachtiger worden. Meer dan de helft van de totale begroting wordt voorbehouden aan de ondersteuning van de modernisering van de EU (via specifieke EU-programma’s) en ten minste 30% van alle fondsen moet worden aangewend in klimaatvriendelijke projecten.
Veruit het grootste deel van het budget loopt via het hierboven vermelde tijdelijk herstelfonds. Het leeuwendeel daarvan gaat naar een versterking van het cohesiebeleid. Een thematische opdeling van het totale budget geeft aan dat cohesie en structurele fondsen, samen met het tijdelijke herstelfonds, een belangrijke financiering voor economische investeringen geven, ter waarde van meer dan 1000 miljard euro. Landen en regio’s met economische achterstand kunnen bijgevolg blijven rekenen op de broodnodige financiering van essentiële groeibevorderende investeringen. Naast die specifieke programma’s blijven ook de traditionele stromen rond onder meer het landbouwbeleid behouden.
Een doelmatige en productieve aanwending van die middelen is echter noodzakelijk om deze grote subsidiesteun om te zetten in meer performante en convergerende economieën. Dit moet worden bewaakt via de herstelplannen van de lidstaten. Ook de fel bevochten ‘rule of law’-voorwaarde moet onder meer misbruik van EU-geld helpen voorkomen.
Hans Dewachter, KBC Group Chief Economist