NBP blaast jaar uit met status quo
De Poolse centrale bank (NBP) vergaderde gisteren een laatste keer dit jaar. Tijdens de beleidsvergadering in november zette de centrale bank nog de hakbijl in de groeivooruitzichten voor volgend jaar. Voor 2021 rekent de NBP op van 2,6% i.p.v. de eerder vooropgestelde 4,3%. Er volgt dan wel een mooier herstel in 2022 van 5,8% (vs. 4%). De coronasituatie in Polen was op dat moment dramatisch: meer dan 27 000 dagelijkse besmettingen. Het land verstrengde de coronamaatregelen waarvan de meeste voorlopig lopen tot einde dit jaar. Het aantal dagelijkse infecties zwakte daardoor af tot minder dan 10 000 volgens de meest recente data. Misschien nog belangrijker: sinds de vorige bijeenkomst regende het goed (vaccin)nieuws. Maar net zoals de meeste andere centrale banken, loopt de al van nature zeer soepele NBP niet te hard van stapel.
Voorzitter Glapinski en ‘zijn’ comité hielden gisteren de beleidsrente onveranderd op 0,10%. De NBP blijft verder (semi-)overheidsobligaties opkopen om het beleid zo soepel mogelijk te houden. Het zeer gulle beleid is onverminderd nodig, zegt de centrale bank, omdat de pandemie een grote bron van onzekerheid blijft. Ze verwelkomt het goede nieuws van de vaccins maar het is geen reden om nu al de teugels te vieren. De NBP verwacht dat na een sterk herstel in kw3 (7,9% kw/kw) de verstrengde maatregelen opnieuw tot negatieve groei in het huidige kwartaal zullen leiden. Zelfs met het daaropvolgende verwachte herstel blijft het Poolse BBP in 2021 allicht nog beneden het pre-corona niveau. Over inflatie schaart de centrale bank zich aan de voorzichtige kant. Die koelde in november af tot 3% j/j, netjes binnen de 1%-tolerantiemarge rond de centrale 2,5%-doelstelling. In de novemberprognoses ging ze er in ieder geval niet vanuit dat inflatie de komende jaren boven de maximaal aanvaardbare 3,5% j/j zal uitstijgen. De kritiek van MPC-leden Gatnar en Kropiwnicki, die vrezen dat de hoge Poolse (kern)inflatie een vicieuze cirkel op gang kan brengen, valt vooralsnog in dovemansoren. Beiden pleitten afgelopen maand overigens nogmaals voor een voorzichtige beleidsnormalisatie volgend jaar.
Het beleidscommuniqué bevat nog steeds de referentie naar de Poolse zloty. De centrale bank kan de huidige “sterke” koers (EUR/PLN 4,48) niet helemaal rijmen met de omvang van de economische schok op de Poolse economie en het daaropvolgende monetaire antwoord. Een te sterke munt dreigt het tempo economisch herstel minstens af te zwakken, vreest ze.
De NBP zou wat de munt betreft wel eens onverwacht snel op haar wenken bediend kunnen worden. De zloty bengelde gisteren (samen met de Hongaarse forint) achteraan het peloton. EUR/PLN veerde op vanuit de 4,45-steunzone richting 4,48. Dat had weinig te maken met de monetaire beleidsbeslissing maar alles met de aanhoudende vete rond het Europese budget en herstelfonds. Zonder compromis, kan Europa ervoor opteren om verder te gaan met het fonds zonder Polen en Hongarije, zoals Frankrijk recent suggereerde. Die “nucleaire” optie zou de dwarsliggers miljarden euro’s voor het post-pandemisch herstel ontnemen. Dat weegt op korte termijn vanzelfsprekend op de munt. Alleen is dat wellicht niet de verzwakking die de NBP graag had gezien.