Turkse lira valt in een bodemloze put
De Turkse lira straalde nooit echt veel vertrouwen uit maar de laatste maanden gaat het wel heel erg hard in de munt. Tegenover de euro verloor de lira sinds de start van dit jaar al bijna 50%. EUR/TRY kaapte eind vorige maand de psychologische 9. Aan 9,75 vandaag lonkt EUR/TRY 10. Ten opzichte van de Amerikaanse dollar loopt het jaarverlies op tot 40%. De vergelijkbare symbolische horde van 8 werd enkele dagen geleden met sprekend gemak genomen. USD/TRY handelt op dit moment aan 8,3. De Turkse lira valt in een schier bodemloze put. Een combinatie van factoren suggereert dat het einde wellicht nog niet in zicht is.
De Turkse centrale bank (CBRT) heeft een belangrijk aandeel in de voortdurende val van de lira. De “onafhankelijke” CBRT staat al langer onder curatele van Turks president Erdogan. Voor Erdogan zijn lage rentes de oplossing voor alles wat het land teistert: slabakkende groei en oplopende inflatie. Renteverhogingen zijn uit den boze. In september bedroeg de inflatie een flinke 11,75% j/j. Dat zal volgens de CBRT door de forse verzwakking van de munt niet meteen veranderen, integendeel. Ze trok de inflatieverwachtingen voor eind 2020 en 2021 vanmorgen op met maar liefst 320 bpn tot resp. 12,1% en 9,4%. De reële rente is en blijft daardoor allicht nog een hele poos negatief. Dat is niet bepaald een troef voor de munt van een opkomende economie met quasi-bestendige tekorten op de lopende rekening. De onverwachte verhoging van de beleidsrente tot 10,25% door de ‘balorige’ CBRT vorige maand was niet meer dan een schaamlapje met opschrift “too little, too late”. Als het de centrale bank overigens écht menens was, ging ze tijdens de beleidsvergadering vorige week op hetzelfde elan verder. In plaats daarvan ging ze subtieler te werk. In augustus schortte ze bv. haar herfinancieringsoperaties op. Tijdens die operaties ontlenen Turkse banken liquiditeit tegen de beleidsrente en neemt de hoeveelheid lira’s in omloop toe. Het gestegen aanbod oefent neerwaartse druk op de koers uit. Door die operaties af te schaffen, dwingt ze de banken richting duurdere alternatieven en hoopt de CBRT dat het bijkomend aanbod aan Turkse lira minstens afremt. Een van die alternatieven is haar ontleningsrente. Die verhoogde de centrale bank vorige week wel, van 13,25% tot 14,75%. Deze exotische monetaire verkrappingstechniek overtuigde in het verleden al niet en doet dat op vandaag evenmin.
De geopolitieke context spaart de munt ook niet. Turkije ligt in de clinch met Frankrijk en roept op tot een boycot van Franse producten. Erdogan verwijt zijn Franse evenknie Macron de moslimgemeenschap te viseren na de terroristische aanslag zo’n tweetal weken geleden. De relatie met Griekenland verzuurde de afgelopen dagen ook flink. Aan de basis van het almaar meer gemilitariseerde dispuut liggen de door Turkije betwiste zeegebieden rond Kreta en Cyprus. Ook de Turks-Russische proxy-oorlog in Nagorno-Karabach zet de munt onder druk. En dan hebben we het nog niet eens gehad over het algemeen verslechterend risicoklimaat, de tweede en ernstigere golf van het coronavirus (ook in Turkije) en de dreiging van een nieuwe (wereldwijde?) recessie. De Turkse lira gaat een donkere winter tegemoet.