ECB wacht moeilijke opdracht
De Europese centrale bank buigt zich donderdag in Frankfurt over het monetaire beleid. Het vraagstuk dat ze voorgeschoteld krijgt is niet te benijden. De synchrone stijging van Europese Covid-19 besmettingen en (semi-)lockdownmaatregelen zal de Europese economie in het laatste kwartaal opnieuw kopje onder duwen en weegt verder op de sombere inflatievooruitzichten. Wat de groei betreft zei ECB-lid Panetta recent dat het risico stijgt dat het langer dan eind 2022 zal duren vooraleer de economie hersteld is van de coronaklap. Wat inflatie betreft is er ook weinig beterschap in het vooruitzicht. Het hoofdinflatiecijfer (publicatie op vrijdag) is in oktober waarschijnlijk een derde maand op rij negatief, terwijl de onderliggende kerninflatie, die geen rekening houdt met volatiele componenten zoals voeding en energie, nabij de dieptepunten van de voorbije 20 jaren zal dobberen (0.2% j/j). Toekomstige inflatieverwachtingen (bv. 5j5j forward inflatieswap) bedragen amper 1.16% en suggereren dat de markt vreest dat de 2%-inflatiedoelstelling van de ECB buiten bereik blijft.
In die context neemt vooral de externe (markt)druk op de ECB toe, ook al geven Lagarde en co grif toe dat het fiscale beleid de eerste verdedigingslinie moet vormen in de huidige crisis. De monetaire respons is niet de belangrijkste. De ECB is wel bereid een dienende rol te spelen via haar aanwezigheid in de obligatiemarkt. Concreet verwachten we nog geen wijziging in de beleidskoers deze week. Die komt er mogelijk wel in december als er nieuwe groei- en inflatievooruitzichten beschikbaar zijn.
De opties van de ECB zijn beperkt. Een nieuwe depositorenteverlaging blijft ons inziens uit den boze, al sluit de korte termijn rentemarkt de kans niet uit. Er hangt in het algemeen een slechte connotatie rond het negatieve beleidsrente-experiment. Zonder andere synthetische maatregelen zijn ze een molensteen voor de financiële sector. Ze worden soms geroemd tegen een te sterke munt. Aan EUR/USD 1.20 konden sommige gouverneurs de Sirenenzang niet weerstaan om verbaal te interveniëren. De impact van die interventies was al snel contraproductief omdat de markt beseft dat de euro makkelijk nog 10% mag stijgen vooraleer de ECB echt zou kunnen ingrijpen. Het grootste gewicht van toekomstige versoepeling valt opnieuw op de schouders van de activa-aankopen. In het voorjaar riep de ECB een tijdelijk Pandemic Emergency Purchase Programme in het leven. PEPP is een enveloppe van €1350 miljard waarvan nog niet de helft gespendeerd is. De ECB heeft ook meer manoeuvreerruimte in de spreiding van haar aankopen dan bij het andere aankoopprogramma, APP. PEPP blijft voorlopig in het leven tot midden volgend jaar. Aangezien het uitzonderlijk noodkarakter van de coronapandemie door de tweede besmettingsgolf langer duurt, heeft de ECB een excuus om de houdbaarheidsdatum van het uitzonderlijke PEPP te verlengen en de portefeuille desnoods uit te breiden.
Wat de markten betreft, vrezen we vooral de ECB er niet zal in slagen om de euro in het gareel te houden. De dollar speelt op dit ogenblik al met eerder slechte kaarten en profiteert bijvoorbeeld amper van de risicoaversie. Bovendien neemt de nervositeit in de aanloop naar de verkiezingen toe. De oktobertop van EUR/USD 1.1881 is de laatste technische horde voor een terugkeer richting 1.20.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal