EU maakt geslaagd debuut
Van een echt debuut kunnen we niet spreken, maar toch. De Europese Unie plaatst vandaag haar eerste obligaties ter financiering van de Europese fiscale maatregelen die de schade van de coronapandemie opvangen. De eerste leningen hebben looptijden van respectievelijk 10 jaar en 20 jaar. De EU gaf duidelijk aan dat ze in het huidige renteklimaat mikt op een gemiddelde uitstaande looptijd van 15 jaar. De obligaties worden uitgegeven als “social-impact” obligaties. In concreto betreft het leningen van de EU aan lidstaten die helpen om uitgaven te dekken in het kader van tewerkstelling. Ze vallen onder het zogenaamde “SURE”-programma (Support to mitigate Unemployment Risks in Emergency). De maximale capaciteit van SURE bedraagt €100 miljard. België kan onder het schema bijvoorbeeld beroep doen op €7.8 miljard.
De vraag naar de Europese obligaties was overweldigend. Het orderboek voor de 10-jarige lening oversteeg €95 miljard; die voor de 20-jarige €55 miljard. Goed nieuws voor de EU, die de obligaties daardoor iets scherper kon prijzen dan gedacht. Het bedrag dat vandaag uiteindelijk bij investeerders zal eindigen moet nog worden bekend gemaakt. De grote vraag is niet verwonderlijk. De EU-obligaties genieten de hoogste kredietrating bij twee van de grote drie kredietbeoordelaars. De Europese lidstaten staan borg a rato van hun bijdrage tot het bruto nationale inkomen van de EU. Voor die hoge kredietwaardigheid krijgen investeerders een merkelijk interessantere vergoeding van bijvoorbeeld voor Duitse obligaties (ongeveer 36 basispunten op de obligatie met een looptijd van 10j). Een mogelijke reden is het (voorlopig nog) lage aantal uitstaande EU-obligaties. Beperkte liquiditeit heeft een prijs. Daar komt wel verandering in. Behalve het €100 miljard SURE-programma, start de EU aan het einde van het 2e kwartaal van volgend jaar met de financiering van het €750 miljard “Pandemic Recovery Fund”. Ter illustratie: de voorbije zeven jaren plaatste de EU gemiddeld voor minder dan €5 miljard per jaar aan obligaties. In navolging van de schuldencrisis was dat €45 miljard verdeeld over 2011 en 2012, ter financiering van de steunprogramma’s aan Griekenland, Ierland en Portugal. Op termijn vragen we ons af of de EU-obligaties een extra veilige haven instrument kunnen worden. Voorlopig monopoliseren Duitse overheidsobligaties die marktniche. Binnen een aantal jaren voldoen EU-obligaties alvast aan de vereisten van kredietwaardigheid en liquiditeit. Een langetermijngevolg van de EU-uitgiftes zou dan een iets hogere Duitse (lange) rente kunnen zijn, die dan opnieuw korter bij de Europese swaprente zou komen te liggen.
Voorlopig is van die hogere Duitse rentes maar weinig te merken. De Duitse 10-jaarsrente verloor eind vorige week het -0.62% steunniveau (62% herstelweging van renteopstoot in maart) onder invloed van de duistere economische voorspellingen die gepaard gaan met de nieuwe lockdownmaatregelen en stijgende aantal coronagevallen. Het volgende steunniveau bevindt zich rond -0.71%
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal